maandag 20 april 2015

Dolle Mina

Mijn buik groeit en groeit maar en dat is leuk (de ene dag meer dan de andere), maar soms overvalt het mij weer: dat dingetje dat erin zit is geen dingetje meer maar al een serieus DING en dat moet er binnenkort uit.
Meestal lukt het mij wel om er niet over te piekeren en die gedachten ver weg te steken. Maar soms ook niet. Soms heb ik het gevoel dat ik binnenkort naar de martelkamer geleid word, en ik kan er niets tegen doen. Dat ik onhoudbare pijnen ga moeten verdragen. Dat ik heel mijn lijf moet overgeven aan de woestheid van onze wrede natuur en ik gescheurd en gebroken terug naar huis zal mogen keren.
Als ik denk aan het moment dat mijn water breekt, en dat ik naar het ziekenhuis moet vertrekken, voel ik een enorme paniek over mijn hele lijf. Ik weet dat ik dat moment vreselijk ga vinden. Vreselijk spannend maar ook vreselijk eng.
Ik blijf mezelf vertellen dat er een eind aan komt, dat de weeën tijdelijk zijn en de hele bevalling ook. En dat je op het einde een zalig cadeau krijgt voor je moeite.
Maar uiteindelijk komt het weer op hetzelfde neer: het is een absolute vorm van controle loslaten. Je weet niet wat er komt, wanneer het komt, wat er gaat gebeuren, wat je gaat voelen, wie er gaat zijn. Gaat het snel gaan? Ga ik rustig kunnen blijven? Ga ik het kunnen zonder epidurale?
Wat mij de laatste tijd ook veel bezig houdt is wat David zijn rol gaat zijn. Ga ik veel steun hebben aan hem? Of gaat hij mij vreselijk irriteren?
Ik ben soms bang voor zijn oordeel. Wat als hij mij een seut vindt, die daar maar wat ligt te janken?
Een deel van mij wil dat hij onder de indruk is. Dat ik het zodanig goed doe, dat hij vol trots en ontzag naar mij kijkt.
Zo van, voila, dat is mijn vrouw, keihard wijf, die van mij.
Nu probeer ik met hem te praten over hoe bang ik soms word, en daar kan hij weinig op zeggen. Hij kan de angst niet voelen die ik voel. Ik verwacht antwoorden van hem die mijn schrik kunnen wegnemen en natuurlijk heeft hij die niet.
Hij zal er zijn, en mij steunen. En begrip tonen als ik het niet zie zitten of bang ben of pijn heb, zegt hij.
De Dolle Mina in mij denkt dan, ja, goed, je moet er bij zijn om te zien hoeveel IK moet afzien om JOUW kind te krijgen.
En de romantische ziel in mij denkt dan, ja, goed, je moet er bij zijn want ik wil dat moment zo graag met jou delen en je gezicht zien als ons ventje er is.
Alleszins, hij moet er bij zijn, om mijn hand vast te houden. En ik beslis dan wel of ik er zo hard mogelijk in knijp om hem ook zoveel mogelijk pijn te laten voelen, of ik er hard in knijp om steun te zoeken.
De conclusie blijft jammer genoeg dezelfde. Angst of niet, handen om vast te houden of niet, het verandert allemaal niets aan het feit dat ik van niets weet. Ik weet niets over mijn bevalling en dat maakt mij ontzettend bang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten