dinsdag 30 mei 2017

Wolkje

Oliver is ondertussen 10 dagen oud. Het lijkt veel korter, en tegelijk veel langer.
Een deel van mij is het al terug helemaal gewoon, zo een klein bolletje in huis. Om eerlijk te zijn hebben we ons ook nog niet echt veel moeten aanpassen, want tot nu toe is Oliver een droombaby. Ik kan de keren dat ik hem al hoorde wenen op één hand tellen, hij slaapt de hele dag. Zo hebben wij tijd om ons huishouden draaiende te houden en zoveel mogelijk aandacht te geven aan onze peuter die precies toch een beetje zijn weg kwijt is.

Niel is superlief tegen zijn broertje, maar is opvallend luider en een beetje stouter. Hij komt ook vaak spontaan kusjes en knuffels geven, alsof hij mij wil duidelijk maken dat hij daar nood aan heeft. Ik heb het heel moeilijk met de veranderingen als het op Niel aankomt. Ik doe mijn best, maar voel me toch schuldig als ik denk aan hoe hij 'gedumpt' is in de crèche terwijl zijn broertje op mijn borst ligt te slapen. Mijn hart breekt in duizend stukken als we ons noodgedwongen moeten boos maken en hij huilend naar ons kijkt, terwijl we met drie in de zetel zitten. Alsof hij aan één kant staat en wij aan een andere.
David blijft me dan voorhouden dat hij tijd nodig heeft en op lange termijn zo blij zal zijn met zijn kleine broer, en hij heeft uiteraard gelijk. Maar soms verlang ik naar de tijd voor Oliver, toen Niel en ik twee handen op één buik waren. Want nu ligt er een klein baby'tje op mijn buik.
Anderzijds ben ik zo ontzettend fier op hem. Toen we een week in het ziekenhuis lagen, is Niel blijven logeren bij oma's en opa's en tantes en nonkels en dat vond hij blijkbaar geweldig. Terwijl ik niet anders kon doen dan janken als hij op bezoek kwam, omdat ik hem zo ontzettend miste, amuseerde hij zich kostelijk en ging hij zonder morren mee met gelijk wie aan de beurt was die dag. Voor mij betekent dat alleen maar dat hij zich goed voelt, en geliefd, en veilig.

Maar mijn schuldgevoelens stoppen daar. Ik heb al wat geweend de laatste week, en heel af en toe voel ik een gedachte opborrelen waarover ik me even zorgen maak, maar mijn verstand kan die gedachte zo snel als ze kwam weer couperen.
Alles blijft tot nu toe binnen de perken. Ik voel me over het algemeen goed, ik ben niet ontzettend streng voor mezelf, ik laat me niet meeslepen door negatieve emoties, en ook al ben ik nog altijd doodsbang om opnieuw mee te maken wat ik al meegemaakt heb, ik durf af en toe stilletjes tegen mijzelf zeggen dat het deze keer wel goed komt.
Ik doe gewoon mijn best. En ik volg mijn buikgevoel heel bewust. Het liefst van al zou ik alles en iedereen aan de deur willen zetten, TV uitzetten, internet afzeggen, mijn GSM buitengooien en mij gewoon concentreren op Oliver en op Niel.
Want de vroedvrouw zegt wel dat ik Oliver op een bepaalde manier moet voeden, mijn buik zegt het anders en mijn buik heeft gelijk. En als ik dat ventje pampers nummer 2 wil aandoen in plaats van nummer 1 dan doe ik dat. Al doe ik hem pampers nummer 20 aan, als ik vind dat 2 juist is, dan ga ik voor nummer 2.
En als ik zin heb om hem 20 keer per dag aan te leggen, dan doe ik dat ook. En ik leg hem op zijn buikje om te slapen als hij dat leuk vindt, of ik neem hem tussen ons in bed en ben er vast van overtuigd dat ik niet bovenop hem zal gaan liggen.
Hoe meer mijn buikgevoel mij bewijst dat ik goed bezig ben, hoe meer ik op mezelf en mijn capaciteiten als mama leer vertrouwen. Hoe meer ik besef dat ik niemand nodig heb die me zegt wat ik moet doen, want het zit allemaal in mij en ik kan het wel, net zoals alle andere mama's op de wereld.

En zo begin ik er meer en meer op te vertrouwen dat dit allemaal wel goed komt. Met de nodige ups en downs, of ik zou mezelf  niet zijn. Dus bij dezen, durf ik het eigenlijk wel uitspreken: met een beetje zachtheid en door heel bewust naar mijn buikgevoel te luisteren, ben ik stilletjes geland op een mini roze wolkje, samen met mijn lieve man en mijn twee kleine zoontjes. En ik ben eigenlijk heel gelukkig.

maandag 22 mei 2017

Oliver De Lombaerde (°20/05/2017)

Ik werd zaterdagochtend wakker en de teleurstelling overviel mij, alweer. Geen weeën, geen bevalling, geen baby. Wel heel veel ongeduld en hormonen die mij met momenten onuitstaanbaar maakten. 
De avond ervoor was ik een uurtje gaan wandelen om mijn hoofd leeg te maken, stiekem hopend dat de beweging zijn werk zou doen. Het huis lag perfect op orde en iedereen die daar iets durfde aan te veranderen kreeg met mij te maken. De was was gedaan, alles stond klaar. 
Ik was er klaar voor en dus daarom zo ongeduldig en teleurgesteld zaterdagochtend. 

Ik wilde het huis uit, in beweging blijven, dus we beslisten om wat te gaan winkelen. Niel en David maakten zich klaar terwijl ik in de douche ging, en toen ik er weer uitstapte voelde ik een kleine plof in mijn buik. En toen voelde ik een plasje water. 
Ik riep naar David om te zeggen dat mijn water gebroken was. Yes! Eindelijk!
En ook yes want dit was echt goed nieuws, dit betekende dat de bevalling spontaan op gang kon komen, op een moment waarop de baby nog niet te zwaar was en mijn glycemie goed geregeld stond, ik had met andere woorden een perfecte kans op een natuurlijke bevalling. 

Ik belde mijn mama om te vragen of ze Niel kon opvangen en belde naar het verloskwartier om te vragen wat ik moest doen. Op het gemakje afkomen, zeiden ze aan de telefoon. 
Niel werd opgehaald, wij raapten op het gemak de laatste spullen samen, stopten nog even in de krantenwinkel en bij de bakker en vertrokken dolenthousiast richting het ziekenhuis. 

Ik kreeg een infuus, ik mocht even aan de monitor en ik werd onderzocht. Gebroken vliezen en drie centimeter ontsluiting maar nog geen weeën. Dat was geen probleem volgens de vroedvrouw, we kregen toestemming om iets te gaan eten in de cafetaria en wat te wandelen, om zo te proberen de boel in gang te steken. Om kwart voor drie werden we terug op de kamer verwacht. We gingen eten, we gingen wandelen, we deden een paar trappen, maar zonder resultaat. 
Om kwart voor drie werd ik opnieuw onderzocht en werden de vliezen volledig gebroken, want dat was nog niet helemaal gebeurd. Meer had mijn lichaam precies niet nodig. 
De weeën volgden elkaar sneller en sneller op, en werden uiteraard ook heviger en heviger. Op een uurtje tijd ging ik van drie naar acht centimeter (joepie) maar de pijn werd mij toch iets te hevig. Ik had me voorgenomen om niet te lang te wachten om een epidurale te vragen, maar besefte ook dat ik dan in bed moest blijven en dat was niet goed voor onze kleine man. Hij lag namelijk nog niet helemaal goed en beweging zou ervoor zorgen dat hij nog kon draaien. Het werd me uiteindelijk toch te veel en ik besliste dat het misschien iets aangenamer zou zijn om er een sterrenkijker uit te krijgen met verdoving in plaats van zonder. 
Een klein halfuurtje later kon ik bekomen terwijl de epidurale zijn werk deed.
Het bleef gelukkig vlot vooruit gaan. Na een uurtje 'rust' had ik zo goed als volledige ontsluiting en mocht ik beginnen persen. 
Ik kreeg de kriebels in mijn buik, ik had er zo veel zin in, ik wist nu zeker dat mijn lichaam dit kon!
Ik perste een uur zonder resultaat. Meneertje zat vast. Hij daalde bij elke perswee mooi in en kroop telkens weer omhoog wanneer ik ontspande. Ik voelde vanaf de eerste keer persen dat het niet goed zat. En ik zag het aan het gezicht van de vroedvrouw en later ook aan dat van de gynaecoloog. We hebben alle truken uit de kast gehaald, de vroedvrouw is bovenop mijn buik komen zitten om te duwen, ik heb alle mogelijke posities geprobeerd. Hij wilde niet. 

En toen zei ze het. Keizersnede. Ik zag sterretjes. Wat een sadistisch spelletje, dacht ik. Ik liet me even gaan, heb gezegd dat ik niet gemaakt ben om kinderen te baren, ik vroeg aan David waarom het mij niet gegund was, vroeg me af welke les ik hieruit moest leren. 
Ik weende terwijl we een laatste poging tot persen deden. 

En toen heb ik de knop omgedraaid. Risico's wilde ik sowieso niet lopen, en als ik één les onthouden heb van mijn hele verhaal met Niel dan is het wel dat het niet in mijn handen ligt. Het zou weer een keizersnede worden en dat was oké. En ik zou er verdomme het beste van maken. Ik lijste snel de dingen op die voor mij belangrijk waren. Ik wilde niet vastgebonden worden. Ik wilde de operatie mee volgen. Ik wilde hem zien uit mijn buik komen. Ik vroeg of David de navelstreng mocht doorknippen, en hoe lang en wanneer hij bij mij mocht blijven. Ik was superalert, en vastbesloten om deze ervaring toch zo veel mogelijk naar mijn hand te zetten en te laten verlopen zoals ik het wou. 

Dat lukte. Het was eigenlijk heel mooi. De sfeer was helemaal anders dan bij Niel, heel gemoedelijk en ontspannen. Ik werd effectief niet vastgebonden. De gynaecoloog hield me op de hoogte van de vooruitgang en voor ik het wist mocht het doek tussen mijn gezicht en mijn buik naar beneden en mocht ik mijn klein mannetje naar boven zien kruipen. Een klein, nors kijkend bolletje die ik precies al eens ergens gezien had. Hij leek ontzettend op Niel. Alleen kleiner en fijner. 

Oliver werd geboren om 21 uur en deed het direct goed. Geen zuurstofnood, een goede suikerwaarde, helemaal goedgekeurd door de kinderarts. 
Ik gaf mezelf tijd. Ik voelde weeral geen liefde op het eerste gezicht maar dat was oké. Oliver werd naar de Neonatologie gebracht terwijl ik gehecht werd. Direct daarna mocht ik bij hem en konden we een uurtje knuffelen. Ik voelde me rustig en gelukkig. En hoe meer ik de dingen losliet, hoe meer ruimte er was voor andere emoties. Betere en positieve emoties. 

Ondertussen is Oliver drie dagen oud. Hij bleef 36 uur op Neonatologie en kreeg in totaal 3 hypo's. Gisterenmorgen werd zijn infuusje verwijderd en mocht ik hem zijn eerste badje geven. Daarna kregen we hem mee naar de kamer. 
De borstvoeding loopt als een trein en ik ben er heilig van overtuigd dat ook dat te maken heeft met de rust in mijn hoofd en het loslaten van controle. Ik had me voorgenomen om het te proberen en laagdrempelig te stoppen, maar aan stoppen denk ik al lang niet meer. Dit is echt genieten. 

Ik ga me niet uitspreken over wolken in alle kleuren van de regenboog. Ik zie wel wat er komt. 
Het werd dringend tijd dat ik leerde kijken naar wat ik wél heb, namelijk twee gezonde zonen, in plaats van de dingen of de ervaringen die ik moet missen. 
Ik laat het verder op zijn beloop, want mijn twee dagen oude zoon heeft mij geleerd dat dat veruit de beste manier is. 

Welkom, kleine Oliver. Ik ben zo blij dat je er bent ♡

woensdag 17 mei 2017

Een woordje uitleg bij mijn ongeduld

Drie weken geleden lag ik vijf dagen in het ziekenhuis, omdat ik vroegtijdige weeën had en het erop leek dat onze man te vroeg ging komen. Ik was toen nog maar 33 weken ver. Ik kreeg spuiten voor de longrijping en weeënremmers via een infuus en gelukkig sloeg die behandeling aan. Drie dagen nadat ik het ziekenhuis mocht verlaten, was alles weer rustig in mijn buik.
Laat hem nog maar een paar weekjes zitten, zei iedereen. En, je zou niet de eerste zijn die weeënremmers krijgt en uiteindelijk over tijd gaat.
De schrik sloeg mij om het hart.
Over tijd gaan zal ik sowieso niet doen. Onze baby mag niet langer dan 38 weken en 4 dagen in mijn buik blijven zitten, omdat het risico op een doodgeboorte te groot wordt na die termijn, omwille van mijn diabetes. Normaal gezien zou ik dan ingeleid worden, maar dat mag niet meer nu ik al eens een keizersnede gehad heb.
Met andere woorden, als meneer niet spontaan komt tegen die 38 weken en 4 dagen, zal hij met een geplande keizersnede ter wereld komen.

En laat dat nu net mijn allergrootste schrik zijn.

Wat ik nu ga schrijven is mijn persoonlijke mening en daarmee wil ik niet oordelen over andere mama's die bevallen zijn met een keizersnede, maar in mijn ogen is een keizersnede niet bevallen. Het is op de meest onnatuurlijke, kunstmatige, technische, lelijke manier een baby uit je buik laten snijden. Het heeft voor mij niets te maken met de mooiste dag van je leven, integendeel.
Je wordt vastgebonden op een tafel, omringd door gemaskerde,  ingepakte, blauwe mensen. Je ziet niets en weet niet wat er gebeurt. Je voelt hoe de gynaecoloog in je buik snijdt, hoe er vier handen in je buik rondgrabbelen tot er plots een baby in de lucht wordt gestoken die de jouwe blijkt te zijn.
Toen Niel geboren werd, voelde ik niets. Geen liefde, geen overweldigend geluk, geen emotie. Ik dacht alleen, ok, hij is er. Dat is hem dus.  
Alle hormonen die moeten zorgen voor de gevoelens en de hechting zaten nog ergens diep in mij verstopt en deden hun werk niet, omdat ze daar ook helemaal niet klaar voor waren.
 Ik heb de hele tijd gejankt als een klein kind en had het gevoel alsof er niemand naar mij keek. Alsof niemand zag dat ik weende en bang was. Enkel David.

Daarna kwam de pijn. Mijn epidurale werd verwijderd en ik kreeg pijnstilling via een infuus, maar ik had daarmee niet genoeg. Stappen ging niet, zitten ging niet, lachen, hoesten, niezen deed pijn. Slapen ging niet, mij omdraaien in bed ook niet. Ik werd gewassen in bed en de dag erna werd ik door David gewassen in de douche, op een stoel.
Elke keer als ik mijn kind wilde zien, moest er volk opgetrommeld worden om mij met bed naar de Neonatologie te voeren. Daar lag Niel in een couveuse in de verste hoek van de zaal, waardoor alle andere mama's moesten stoppen met voeden of knuffelen. Ze moesten allemaal rechtstaan, alle andere couveuses moesten verzet worden en alle zetels moesten uit de weg geschoven worden zodat ik eventjes bij Niel zou kunnen geraken. 

Een week later strompelde ik naar huis, kon ook daar moeilijk slapen van de pijn. Wandelen ging zeer moeizaam. En na een paar weken was er die infectie. Plots waren mijn wonde en baarmoeder ontstoken en werd ik opnieuw opgenomen voor intraveneuze antibiotica.

Het was voor mij allemaal teveel en ik was toen al druk bezig met de afgrond in te storten.

Nu zijn we twee jaar later en besef ik dat ik mijn keizersnede en de manier waarop ze verlopen is, in paniek, associeer met mijn postnatale depressie.
Ik kan niet anders dan mij afvragen hoe alles zou verlopen zijn moest ik op een natuurlijke manier bevallen zijn, ook al weet ik dat dat geen enkele zin heeft.
En ik ben jaloers. Jaloers op alle mama's rondom mij die er baby's uitpersen alsof het niets is, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Want dat is het eigenlijk ook, maar waarom dan niet voor mij?

Deze baby wordt hoogstwaarschijnlijk onze laatste baby. Het voelt dus voor mij aan als een nieuwe maar ook als een laatste kans. Ik wil weten hoe het voelt. En nog veel meer wil ik weten dat ik het kan. Dat mijn lichaam wél gemaakt is om kinderen te baren en te voeden.
Op 33 weken was hij er bijna. En vorig weekend ook, want toen hebben we weer een nachtje op het verloskwartier doorgebracht, met weeën om de drie minuten, met een ingedaald baby en 3 centimeter ontsluiting. Je bent in arbeid, zei de vroedvrouw en mijn geluk kon niet op. Een paar uur later viel de boel stil en nog een paar uur later stonden we terug thuis. Dat is ondertussen 4 dagen geleden en mijn buik is weer helemaal rustig.
De tijd dringt, zo voelt het voor mij. Ik heb nog 16 dagen de tijd om dat ventje er op een natuurlijke manier uit te krijgen, en ook al weet ik dat ik niets kan forceren, er wordt hier zeer fanatiek gewandeld, gedanst, gevogeld, in de tuin gewerkt en ananas gefret.
Dus ik ben ongeduldig. Niet omdat ik het zwanger zijn beu ben, zoals veel mensen insinueren. Want dat is niet zo. Ik voel me eigenlijk nog zeer goed voor mijn 36 weken. Niet omdat ik ongeduldig ben om hem te zien want ik weet dat het niet meer veraf is. Wel omdat elke dag dat hij blijft zitten een dag dichter bij een keizersnede is, en hoe banaal het voor een buitenstaander kan klinken, voor mij zou dat de hel zijn.


vrijdag 5 mei 2017

The end of and era

Als jong meisje droomde ik, net zoals het overgrote deel van jonge meisjes, over een romantische toekomst. Na het middelbaar de wereld zien, studeren, uitgaan, verliefd worden. En dan samenwonen en trouwen en een huisje kopen.
En zwanger zijn en mama worden.
Ik droomde over vrijwilligerswerk in Afrika, over lieve, knappe jongens waar ik smoorverliefd op was, over lange, witte trouwjurken en over kleine babytjes in mijn buik en in mijn armen.

Heel origineel allemaal.

Dat jaartje buitenland heb ik achter de rug. Studeren ook. Ik ben heel erg verliefd geworden, ik ben gaan samenwonen, had een fantastische trouwdag en ben voor de tweede keer zwanger.
Wij houden het sowieso bij twee kindjes, en dat doet mij beseffen dat dit echt de laatste weken of misschien wel dagen zijn. De laatste dagen met een dikke buik, met een kleine baby die met momenten keihard schopt. De laatste dagen waarop ik vol verwachting en ongeduld uitkijk naar de komst van ons zoontje.
Voor ik het weet komt mijn laatste bevalling.

En ik kan niet anders dan mij afvragen: en dan? Wat komt er daarna?

Het is alsof alle grote stappen in mijn leven gezet zijn. Het is weer een afgesloten hoofdstuk. Het hoofdstuk van de bolle buiken is zo goed als klaar.
En ook al was het zeker niet een van mijn favoriete hoofdstukken, ik ga het toch missen. Ook al kijk ik uit naar mijn jongens, naar hun jeugd en hun dromen. Naar school en vakanties. Naar het opvoeden en het loslaten.

Het doet toch een beetje raar.