maandag 9 oktober 2017

Have another baby, they said. It will be fun, they said.

Lang geleden dat ik nog eens iets schreef. Dat komt omdat ik geen structuur krijg in wat ik wil schrijven, net zoals ik het moeilijk vind om structuur te krijgen in mijn dagelijks leven. 

Ik werk nu anderhalve maand terug voltijds. In die anderhalve maand ziet een doorsnee dag er zo uit:
Ik sta om zes uur op en probeer te douchen en mij aan te kleden zonder dat de kindjes wakker worden. Dat lukt meestal niet. Dan haast ik mij om zo snel mogelijk klaar te zijn zodat ik een of twee huilende kinderen uit hun bedje kan plukken. 
Ik breng ze een voor een naar beneden, ik kleed ze aan, geef Oliver zijn aerosol en zijn fles, maak ontbijt voor Niel en, als er tijd is, voor mezelf. Negen kansen op tien dat Niel ondertussen aan het wenen is omdat hij zijn tuut moest afgeven of geen broek wil aandoen of koude melk wilde in plaats van warme.  Daarna zeul ik (meestal zwaar zwetend) twee luiertassen, mijn handtas en mijn werkzak naar de auto en steek dan Niel en de maxi cosi met Oliver in de auto. 
Ik rijd nog geen kilometer en pak de hele verzameling terug uit de auto en sleur alles en iedereen de crèche binnen. 
Rond kwart na zeven vertrek ik naar het werk, met het gevoel alsof ik al een hele werkdag achter de rug heb. 
Ik rijd ook vaak wenend weg van de crèche, omdat ik het haat, omdat ik mijn kinderen mis, omdat ik mij schaam dat ik ze daar zo binnengooi, omdat ik niet kan geloven dat ik zo'n moeder geworden ben, die haar kinderen als eerste afzet in de opvang.
Mijn werk is leuk. Het is uitdagend, afwisselend, het geeft mij heel veel voldoening. Ik voel me daar terug mens in plaats van alleen mama. 
Maar ik ben met momenten zo dwaas als een kieken door het slaaptekort. Simpele rekensommetjes maken lijkt onmogelijk, ik vergeet dingen, maar kan gelukkig rekenen op veel begrip van mijn collega's. 
Tussendoor bel ik eens naar de crèche om te zien hoe het met mijn mannen gaat. Ze zijn namelijk allebei al meer dan een maand ziek, maar bij gebrek aan verlof kan ik niet met hen thuis blijven. Dus ik geef ze 's morgens vaak een suppo tegen de koorts zodat ze de dag kunnen doorkomen. Ze krijgen dan tegen de middag pas koorts, en aangezien de opvang een keer per dag koortswerende medicatie mag geven kunnen we het zo rekken tot we ze kunnen ophalen. 
Fantastisch voel ik mij daarbij. 
Of als ze echt te ziek zijn laat ik ze bij een babysitter van de CM, een vreemde die een hele dag voor mijn kinderen zorgt. Gelukkig een heel lieve vreemde die supergoed voor mijn mannen zorgt en in de toekomst steeds minder vreemd zal worden. 
Met een beetje geluk eindigt mijn werkdag tussen half vijf en vijf. Jammer genoeg stoppen heel veel mensen op dat uur met werken waardoor ik vaak lang in de file sta. En dat vind ik vreselijk frustrerend. Want ik heb gedaan met werken en wil zo snel mogelijk bij mijn kindjes zijn. 
Ik ben meestal thuis rond half zes. Niel staat mij meestal op te wachten en verwent mij met een zalige verwelkoming. 
En dan gaat de werkdag verder. Opruimen, afwassen, kindjes eten geven, kindjes in bad steken (nadat het mij invalt dat dat eigenlijk al veel te lang geleden is), zakken klaarzetten voor de dag erop, kindjes in bed steken en tussendoor zeker blijven opvoeden.
Met een beetje geluk zitten we om acht uur in de zetel. 
Ik probeer elke dag zo vroeg mogelijk in bed te kruipen, soms lig ik er om half negen al in. Doordat de kindjes ziek geweest zijn, zitten David en ik met een serieus slaaptekort. Nu ze genezen zijn slaagt Oliver er nog altijd niet in om door te slapen en moeten we soms 10 keer per nacht opstaan om hem eten te geven, te troosten of zijn tuutje te geven. Niel heeft ook regelmatig nachtmerries en belandt vaak tussen ons in bed. 
En om zes uur gaat de wekker opnieuw af. 

Ik ben er zeker van dat heel veel mama's dit herkennen. Ik wil ook niet zeggen dat mijn situatie speciaal is of vermoeiender dan iemand anders zijn situatie. 
Maar ik haat dit echt. Ik word er zo ongelukkig van. Ik ga continu over mijn grens. Vind geen seconde tijd voor mezelf of mijn relatie. 
Ik haat het dat ik mijn kinderen zo weinig zie. Dat ik enkel de lastige uurtjes krijg. Dat ik ze 's morgens om kwart na zes uit bed moet halen terwijl ze nog doodmoe zijn. Dat ik mijn eigen kind maar twee dagen op zeven fruitpap of groentepap kan geven. Dat ze groot worden en dat ik het niet zie. 
Dat ik niet meer kan genieten van kleine dingen omdat er zo veel moet gebeuren. Dat wanneer Niel mij vraagt om bij hem te zitten in de zetel, ik daar geen tijd voor kan maken.

Alles ziet er zo mooi uit voor de kindjes er zijn. Het droombeeld van dat kleine babytje en later het droombeeld van een broertje of zusje. 
Gisteren stond ik op een tweedehandsbeurs en zag tientallen zwangere koppeltjes shoppen en dromen. 
En ik dacht HA. 
HA HA HA. 
Wacht maar. 

Ik vind het zwaar. Neh. En ik vind het nog altijd moeilijk om dat toe te geven omdat ik toch nog altijd de indruk heb dat mama's rond mij doen wat ik doe en toch nog hobby's hebben en sporten en vriendinnen zien en uitstapjes doen en dat alles met de glimlach. 
Misschien is mijn draagkracht minder en dat is dan maar zo. Ik blijf mijzelf voorhouden dat dit tijdelijk is. Vanaf 1 september mag ik 80% beginnen werken. In mei loopt mijn opleiding als diabeteseducator af en moet ik niet meer studeren, naar de les gaan of stage lopen. 
En ze zullen groter worden. En zelfstandiger. Misschien slapen ze binnenkort wel beter. 
Ondertussen doen we voort, we draaien mee in onze maatschappij, die ik persoonlijk ontzettend veeleisend vind.