Deze wil ik opschrijven.
In de hoop dat ik hem zo nooit zal vergeten.
Code Oranje in België. Onweer in het hele land. De hele vooravond was het al stilletjes aan het rommelen.
Papa moest naar de dokter dus wij waren met ons drietjes thuis. Plots waren er donderslagen en bliksemflitsen.
Ik nam jullie snel mee naar boven, met jullie pyjamaatjes al aan en jullie melkje mee.
En we ging op de grond zitten voor het groot venster van jullie kamer, om naar die ruziënde wolken te kijken.
Oliver, jij kroop dicht bij mij, je was niet op je gemak, maar je bleef wel stil op mijn schoot zitten (terwijl je normaal geen seconse stil kan zitten) en je keek verwonderd naar buiten.
Niel, je was zo stoer, maar je ogen heel groot en je hield mij in de gaten. Maar hoe meer je mij zag genieten van het lichtspektakel en de knallen, hoe leuker je het vond.
Mama had zo'n zware dag vandaag. Maar jullie, jullie maken echt alles weer goed. Er stroomt zoveel liefde in ons huis.
Dit momentje zal ik koesteren, en proberen vasthouden wanneer ik het even moeilijk heb.
Bedankt, mijn lieve jongens. Mijn eeuwig, eindeloos geluk ♡
Baby Talk
donderdag 24 mei 2018
maandag 8 januari 2018
Eerste schooldag
Mijn lieve kleine jongen,
Vandaag ging je voor de eerste keer naar school. Je was zo flink. Zo stoer.
We hebben je afgezet samen met tante meter en nonkel Tom. We waren nog maar net op de speelplaats of je wilde al op een moto zitten. En in de klas begon je direct te spelen met de vliegtuigen.
Maar je merkte ook wel dat er iets geks aan de hand was, want je had ons goed in de gaten. Toen je merkte dat er andere kindjes aan het huilen waren, begon je ook te wenen.
Maar je bent nu al groot, dus we moesten je wel achterlaten. Heb ik genoeg gezegd dat we je vanmiddag komen ophalen?
De dag gaat zo traag voorbij. Ik heb me sterk gehouden deze ochtend, voor jou. En ik wilde net zo stoer zijn.
Maar daarnet keek ik door het venster naar de speelplaats en ik zag jou fietsen. En ik moest eraan...
Dus ik zit hier een beetje te wenen terwijl ik nadenk over hoe de voorbije tweeënhalf jaar voorbij gevlogen zijn. En over hoeveel zalige momenten we al beleefd hebben met jou. Hoe je kleine peutermaniertjes ons de laatste tijd zo uitdagen, maar ook vertederen. Of moet ik zeggen kleutermaniertjes?
Want dat ben je nu, een echte kleuter. Ik mag je geen peuter meer noemen, en al zeker geen baby.
Al zal je altijd mijn kleine baby blijven, hoor.
Stel het daar goed, mijn klein ventje. Ik ben zo ontzettend fier op jou.
Tot straks aan de schoolpoort!
Dikke kus,
Je mama.
zaterdag 4 november 2017
Update
Exact twee maand geleden begon ik terug te
werken. Ongerust en in paniek. Doodsbang dat het niet zou lukken, dat
ik mijn jongens te hard zou missen...
Het is niet van een
leien dakje gelopen, die eerste weken. Ons jongens werden allebei ziek
wat ervoor zorgde dat ik de eerste maand oververmoeid, emotioneel en
ongerust op het werk doorbracht. Ik wilde zelf voor mijn jongens zorgen,
ik miste ze, ik sliep zo weinig... Briefje
Toen je net geboren was, moest je een tijdje op Neonatologie
blijven. Het was 1 uur 's nachts, papa lag naast mij te snurken en ik
was klaarwakker. Ik wilde bij jou zijn.
Ik vroeg aan de vroedvrouw of ik naar jou mocht en ze zei dat ik moest wachten. Nog een uur.
Ik kon niet wachten. Na een kleine rel stond ik al snel naast jou met mijn bed.
Toen
wist ik nog niet dat het een van de mooiste nachten van mijn leven zou
worden. Je werd bij mij gelegd en sliep de hele nacht op mij. Als je
wakker werd of huilde legde ik je aan de borst en je dronk tot je weer
rustig werd. Zo knuffelden en sliepen we tot de zon op kwam. De
vroedvrouwen raadden me elk uur aan om naar mijn kamer te gaan en wat te
rusten, maar ik wilde bij jou blijven.
Je
was zo rustig die eerste dagen, ook toen je bij ons op de kamer mocht.
Je dronk flink, je sliep flink. We namen je mee naar huis en je dronk en
sliep nog altijd flink. Elke dag stond ik op en zei er een stemmetje in
mijn achterhoofd, vandaag gaat hij beginnen wenen. Vandaag gaat het
worden zoals bij Niel.
Maar die dag kwam niet. Je sliep.
En je dronk. En je speelde en je lachte. En tot op vandaag doe je nog
altijd net dat. Lachen. Spelen. Eten en drinken. Je bent altijd
goedgezind. Je oogjes fonkelen altijd.
Je
communiceert zo duidelijk met mij. Ik weet wanneer je honger hebt en
wanneer je moe bent, omdat je het mij zo duidelijk toont. Wat een zalige
baby ben jij.
Je bent zodanig rustig en
braaf dat ik soms het gevoel heb dat mensen jou een beetje vergeten.
Want je zotte broer is twee. Twee en luid en druk. En hij houdt van
aandacht en weet heel goed hoe hij die kan opeisen. Dus zit jij er nogal
vaak bij en je kijkt ernaar. Nog steeds tevreden.
Wat
ik eigenlijk wil zeggen, klein ventje, is dat je je gerust mag laten
kennen als je dat wil. Je papa en ik zijn getraind. Laat je maar gelden,
eis de aandacht maar eens op, zodat iedereen rondom jou ook kan zien
hoe geweldig jij wel bent.
maandag 9 oktober 2017
Have another baby, they said. It will be fun, they said.
Lang geleden dat ik nog eens iets schreef. Dat komt omdat ik geen structuur krijg in wat ik wil schrijven, net zoals ik het moeilijk vind om structuur te krijgen in mijn dagelijks leven.
Ik werk nu anderhalve maand terug voltijds. In die anderhalve maand ziet een doorsnee dag er zo uit:
Ik sta om zes uur op en probeer te douchen en mij aan te kleden zonder dat de kindjes wakker worden. Dat lukt meestal niet. Dan haast ik mij om zo snel mogelijk klaar te zijn zodat ik een of twee huilende kinderen uit hun bedje kan plukken.
Ik breng ze een voor een naar beneden, ik kleed ze aan, geef Oliver zijn aerosol en zijn fles, maak ontbijt voor Niel en, als er tijd is, voor mezelf. Negen kansen op tien dat Niel ondertussen aan het wenen is omdat hij zijn tuut moest afgeven of geen broek wil aandoen of koude melk wilde in plaats van warme. Daarna zeul ik (meestal zwaar zwetend) twee luiertassen, mijn handtas en mijn werkzak naar de auto en steek dan Niel en de maxi cosi met Oliver in de auto.
Ik rijd nog geen kilometer en pak de hele verzameling terug uit de auto en sleur alles en iedereen de crèche binnen.
Rond kwart na zeven vertrek ik naar het werk, met het gevoel alsof ik al een hele werkdag achter de rug heb.
Ik rijd ook vaak wenend weg van de crèche, omdat ik het haat, omdat ik mijn kinderen mis, omdat ik mij schaam dat ik ze daar zo binnengooi, omdat ik niet kan geloven dat ik zo'n moeder geworden ben, die haar kinderen als eerste afzet in de opvang.
Mijn werk is leuk. Het is uitdagend, afwisselend, het geeft mij heel veel voldoening. Ik voel me daar terug mens in plaats van alleen mama.
Maar ik ben met momenten zo dwaas als een kieken door het slaaptekort. Simpele rekensommetjes maken lijkt onmogelijk, ik vergeet dingen, maar kan gelukkig rekenen op veel begrip van mijn collega's.
Tussendoor bel ik eens naar de crèche om te zien hoe het met mijn mannen gaat. Ze zijn namelijk allebei al meer dan een maand ziek, maar bij gebrek aan verlof kan ik niet met hen thuis blijven. Dus ik geef ze 's morgens vaak een suppo tegen de koorts zodat ze de dag kunnen doorkomen. Ze krijgen dan tegen de middag pas koorts, en aangezien de opvang een keer per dag koortswerende medicatie mag geven kunnen we het zo rekken tot we ze kunnen ophalen.
Fantastisch voel ik mij daarbij.
Of als ze echt te ziek zijn laat ik ze bij een babysitter van de CM, een vreemde die een hele dag voor mijn kinderen zorgt. Gelukkig een heel lieve vreemde die supergoed voor mijn mannen zorgt en in de toekomst steeds minder vreemd zal worden.
Met een beetje geluk eindigt mijn werkdag tussen half vijf en vijf. Jammer genoeg stoppen heel veel mensen op dat uur met werken waardoor ik vaak lang in de file sta. En dat vind ik vreselijk frustrerend. Want ik heb gedaan met werken en wil zo snel mogelijk bij mijn kindjes zijn.
Ik ben meestal thuis rond half zes. Niel staat mij meestal op te wachten en verwent mij met een zalige verwelkoming.
En dan gaat de werkdag verder. Opruimen, afwassen, kindjes eten geven, kindjes in bad steken (nadat het mij invalt dat dat eigenlijk al veel te lang geleden is), zakken klaarzetten voor de dag erop, kindjes in bed steken en tussendoor zeker blijven opvoeden.
Met een beetje geluk zitten we om acht uur in de zetel.
Ik probeer elke dag zo vroeg mogelijk in bed te kruipen, soms lig ik er om half negen al in. Doordat de kindjes ziek geweest zijn, zitten David en ik met een serieus slaaptekort. Nu ze genezen zijn slaagt Oliver er nog altijd niet in om door te slapen en moeten we soms 10 keer per nacht opstaan om hem eten te geven, te troosten of zijn tuutje te geven. Niel heeft ook regelmatig nachtmerries en belandt vaak tussen ons in bed.
En om zes uur gaat de wekker opnieuw af.
Ik ben er zeker van dat heel veel mama's dit herkennen. Ik wil ook niet zeggen dat mijn situatie speciaal is of vermoeiender dan iemand anders zijn situatie.
Maar ik haat dit echt. Ik word er zo ongelukkig van. Ik ga continu over mijn grens. Vind geen seconde tijd voor mezelf of mijn relatie.
Ik haat het dat ik mijn kinderen zo weinig zie. Dat ik enkel de lastige uurtjes krijg. Dat ik ze 's morgens om kwart na zes uit bed moet halen terwijl ze nog doodmoe zijn. Dat ik mijn eigen kind maar twee dagen op zeven fruitpap of groentepap kan geven. Dat ze groot worden en dat ik het niet zie.
Dat ik niet meer kan genieten van kleine dingen omdat er zo veel moet gebeuren. Dat wanneer Niel mij vraagt om bij hem te zitten in de zetel, ik daar geen tijd voor kan maken.
Alles ziet er zo mooi uit voor de kindjes er zijn. Het droombeeld van dat kleine babytje en later het droombeeld van een broertje of zusje.
Gisteren stond ik op een tweedehandsbeurs en zag tientallen zwangere koppeltjes shoppen en dromen.
En ik dacht HA.
HA HA HA.
Wacht maar.
Ik vind het zwaar. Neh. En ik vind het nog altijd moeilijk om dat toe te geven omdat ik toch nog altijd de indruk heb dat mama's rond mij doen wat ik doe en toch nog hobby's hebben en sporten en vriendinnen zien en uitstapjes doen en dat alles met de glimlach.
Misschien is mijn draagkracht minder en dat is dan maar zo. Ik blijf mijzelf voorhouden dat dit tijdelijk is. Vanaf 1 september mag ik 80% beginnen werken. In mei loopt mijn opleiding als diabeteseducator af en moet ik niet meer studeren, naar de les gaan of stage lopen.
En ze zullen groter worden. En zelfstandiger. Misschien slapen ze binnenkort wel beter.
Ondertussen doen we voort, we draaien mee in onze maatschappij, die ik persoonlijk ontzettend veeleisend vind.
zondag 27 augustus 2017
Friemelkont
Lieve kleine Niel,
Ik vind het leuk dat jij altijd zo flink slaapt. Ik denk zelf dat jij slapen leuk vindt, van wie zou je dat mee hebben?
Maar soms lukt het eens niet. En dan ween je stilletjes tot ik bij jou kom.
En dan zeg je, Nieltje mee. Dan mag je mee in het grote bed van mama en papa.
Zoals vannacht.
Papa is zelfs in de zetel gaan slapen omdat het te warm was met ons drie, jij kleine gelukzak.
En dan begint het.
Draaien. En schoppen. Tenen in mijn neus en handen op mijn gezicht en een poep tegen mijn buik. Een deel van mij ergert zich een beetje want ik ben zo moe.
Maar het grootste deel wil heel de nacht wakker blijven. En luisteren naar je zuchtjes. En wrijven over je buikje en je rugje. En voelen aan je haartjes en ruiken aan je halsje.
Deze morgen stond ik gebroken op. Ik was zo moe. Zo moe maar zo verliefd op jou.
Mijn kleine friemelkont...
Back to work
Veertien weken vlogen voorbij. Nog vijf dagen en ik ga terug aan het werk.
Heb
ik al die weken lopen zagen over hoe ik dat thuis zijn helemaal niet
leuk vind? Ja. Over hoe ik het haat om huismoeder te zijn? Absoluut.
Abonneren op:
Posts (Atom)