donderdag 25 juni 2015

Vertrouwen

We zijn zes weken ver en dat is blijkbaar geen gemakkelijke periode. Mijn happy baby is niet altijd zo happy, mijn slapertje slaapt niet meer zo veel. Nee, hij wil vastgehouden worden. En zijn stembanden uittesten. Hij heeft pijn.
Het is blijkbaar een periode van ontwikkelingssprongen en groeispurten en krampjes en dat maakt het soms nogal... uitdagend.

Ik ben het grootste deel van de dag alleen met hem en soms wordt mijn geduld serieus op de proef gesteld.
Dan ben ik blij dat mijn broer en schoonzus eens passeren om hem een halfuurtje uit mijn handen te pakken zodat ik kan douchen (en eens een volwassen gesprekje kan voeren).
Dan ben ik blij dat mijn mama bij mij komt zitten en ook eens zijn tuut in zijn mond gaat steken.
Dan ben ik blij dat mijn ventje thuis komt, Niel in de buggy plooit en een uur gaat wandelen.

Soms wil ik het liefst van al eventjes alleen zijn. Hem bij de grootouders of de peter of de meter droppen en even genieten van de rust en de stilte.
Maar dan knaagt het.
Want zij weten niet dat hij graag met zijn buikje op onze arm ligt. Of dat hij nog bozer wordt als je zijn tuutje in zijn mondje duwt als hij krijst. Dat hij graag in de schommelstoel zit. Of dat hij kalmeert als ik mijn neus in zijn nekje duw en zachtjes kusjes geef. Dat hij graag boven zijn oogjes gestreeld wordt...
Dan ben ik bang dat ze hem gaan laten krijsen en daar ben ik niet voor. Of dat ze hun geduld gaan verliezen want het is met momenten echt moeilijk.

Het is weer een lesje in het loslaten. Vertrouwen hebben dat andere mensen even hard hun best zullen doen om zijn pijn te verlichten of hem te troosten.
Dat ze ook het allerbeste met hem voor hebben, en ook instincten hebben die hen zullen vertellen wat ze moeten doen.

Dat ze misschien zelfs trucjes kennen die ik niet ken.

woensdag 24 juni 2015

Glimlach

En dan plots, op een moment dat ik het keihard nodig had, lachte hij.
Ik was een beetje onnozel babygebrabbel aan het uitkramen en blijkbaar verstond hij mij.
Want hij keek me recht in de ogen en zijn mondhoekjes krulden wat omhoog en plots was het er: zijn eerste, echte lachje.

Mijn moederhart...
Ik ben nog eens helemaal verliefd geworden op hem, mijn klein bolletje perfectie.
Die zelfs de mottigste momenten weer helemaal goed maakt. ♡

dinsdag 23 juni 2015

Déjà-vu

We zijn terug waar we begonnen zijn. Op de materniteit. Met ons drie.

Want joepie, ik mag de voorbije gelukzalige weken afsluiten met een baarmoederontsteking. Of blaasontsteking. Of iets anders. Ze weten het nog niet helemaal, we wachten de uitslagen van de onderzoekjes af. Alleszins een zware ontsteking in het kleine bekken die gisteren gepaard ging met heel hevige buikpijn en hoge koorts.
Dus ik heb een infuus met antibiotica. En gelukkig een kamer op materniteit zodat mijn twee mannen bij mij kunnen blijven want 's nachts rondhuppelen en Niel in mijn armen houden zit er nog niet echt in...

Het doet alleszins raar om hier terug te zijn. Dezelfde kamers, dezelfde vroedvrouwen, Neonatologie op de gang. Het brengt heel veel naar boven.

Maar het brengt ook rust!
Terug eten op de schoot krijgen, lieve verpleegsters die mij helpen en mijn ventje die zich over Niel ontfermt als hij weent of als ik wil slapen.
Een geluk bij een ongeluk dus!


zondag 14 juni 2015

Slagveld

Het is geen geheim dat een zwangerschap nogal wat veranderingen teweeg brengt in je lichaam. Ik heb me de voorbije maanden dan ook niet ingehouden om te schrijven en te klagen over de voor mij eindeloze reeks kwaaltjes. Aan elk deeltje van mijn lijf was er wel iets veranderd.
Tegen het einde van de zwangerschap keek ik er enorm naar uit om van die dikke buik en bijhorende klachten verlost te zijn. Terug normaal stappen, slapen, bewegen. Geen oprispingen meer of eetbuien of moodswings. Geen gezwollen handen en voeten. Terug normale seks!

Mijn lijf zou eindelijk terug van mij zijn.

 Ik was absoluut niet voorbereid op het slagveld dat nu overblijft.
Normaal stappen kan ik nog steeds niet. De eerste dagen na de bevalling strompelde ik als een kreupele van mijn bed naar de badkamer en terug. Als ik nu meer dan een kilometer wandel heb ik nog steeds het gevoel dat mijn ingewanden er gaan uitvallen.
Naast dat strompelen krimpte ik in het ziekenhuis ook elke 5 minuten ineen door de naweeën, die al helemaal niet aangenaam zijn als je buik net opengesneden is. En er brak complete paniek uit in mijn hoofd als ik moest hoesten, niezen of lachen want dat deed enorm veel pijn aan de wonde.
En al dat overtollig vocht die mijn handen en voeten en gezicht zo deden opzwellen? Uiteraard gaat dat niet vanzelf weg, nee. Ik heb dat er allemaal uitgezweet, gedurende een week of twee, wat leidde tot zeer appetijtelijke taferelen.
De hormonen zorgden dan ook weer voor een acne-uitbraak die ik eerder met een beugelende puber zou associëren en de borstvoeding deed mijn borsten de eerste dagen opzwellen tot gigantische watermeloenen die het met momenten pijnlijk maakten om te stappen.
Lopen is ook volledig onmogelijk door de toestand van mijn borsten, wat ik op pijnlijke wijze ontdekte tijdens een spurtje naar de auto bij een hevige stortbui.
Dan is er uiteraard nog 'de snee', waar het allemaal gebeurd is. Gelukkig goed verstopt maar toch niet zo mooi en eigenlijk helemaal scheef (ga ik de gynaecoloog toch wel eens moeten over aanspreken).
And last but not least: de buik. Dat hij enorm was, weten we allemaal. En ik geef toe dat ik er wel al bij stil gestaan had dat er een ware ravage zou achterblijven. En ja, een ravage is het. Flubber met heel veel grote paarse striemen. Maar wel overgevoelige flubber die geen aanraking verdraagt, terwijl andere stukken precies verdoofd zijn, alsof ik met mijn buik naar de tandarts geweest ben.
Zelfs op mijn rug is vrij veel flubber te bespeuren, al herinner ik mij niet dat er daar veel actie was tijdens de zwangerschap. Ik zou zelf denken dat mijn rug er gespierd zou uitkomen na al die maanden al die kilo's rond te dragen, maar neen.

Ik weet maar al te goed wat er nog komt. De laatste kilo's die er nog af moeten maar precies niet van plan zijn om mijn zijde snel te verlaten.
Haaruitval is blijkbaar ook eentje dat mij nog te wachten staat.
En sta mij bij, ik ga moeten sporten om alles weer wat strakker te krijgen.

Maar ik mag niet klagen, volgens mijn goede en immer positieve vriendin L.
Want 'mijn foef is tenminste nog intact'.

Eindelijk

We zijn ondertussen vijf weken ver en ik kan nu wel met enige zekerheid zeggen dat de emotionele gekheid achter de rug is. Ik voel mij terug stabiel, ik kan weer lachen, ik kan weer genieten. Ik voel me zelfs heel af en toe weer een beetje mezelf.
Er is terug energie, ik kan het huishouden weer aan (ik heb de kraamhulp zelfs stop gezet want ze tetterde net iets te veel en ik vind het toch maar raar dat iemand je huis kuist of strijkt terwijl jij in de zetel zit), ik heb zelfs al twee keer de moed gehad om mensen uit te nodigen om te komen eten en heb er zelfs nog van genoten ook.
Ik durf het aan om met Niel alleen op stap te gaan (wat echt niet evident is met het voeden en het kolven en de hele verhuis) en ik zie het terug zitten om borstvoeding verder te geven, in plaats van helemaal af te bouwen zoals ik eerst van plan was.
Daarboven hebben we nog het geluk dat onze kleine man eigenlijk wel een vrij flinke slaper is en we er dus niet constant als zombies bijlopen. David slaagt er zelfs in om opnieuw te trainen ondanks de korte nachten en fulltime werken.
En om het verhaal helemaal af te maken: ik kan eindelijk met heel mijn wezen genieten van mijn klein, zalig, prachtig zoontje. Die de boel onderkakt en niets anders wil doen dan op de arm liggen (behalve 's nachts gelukkig!). Die de meest serieuze en onnozele gezichten kan trekken. Die elke dag bij zijn mama in het grote bed mag kruipen voor een laatste ochtenddutje.

Mijn hart loopt over, eindelijk.


zaterdag 6 juni 2015

Het Jaaroverzicht

Exact een jaar geleden leerde ik een jongen kennen, online. Ik vond hem adembenemend knap, met zijn Wentworth Miller circa Prison Break-look.
We zijn beginnen te babbelen en wonder boven wonder had hij nog iets te vertellen ook. Voor ik het wist zat ik uren per dag met mijn GSM in de hand, te tetteren, te giechelen, te blozen.
Enkele dagen later vertrok ik op reis met mijn ouders. Ik ging er een beetje van uit dat die jongen die mij deed blozen wel wat beters te doen had dan een week te zitten wachten tot ik weer op internet kon.. Andere meisjes doen blozen bijvoorbeeld..
Maar ik was verkeerd, gelukkig maar. Enkele dagen later stond ik als een nerveus Duracelkonijn voor mijn raam te huppelen, want hij kwam mij ophalen. Een blind date begot. Ik ga het beeld nooit vergeten: hij rijdt door mijn straat, keert zich wat verder en parkeert voor de deur. Met een witte T-shirt aan.
Ik ben nét niet ontploft, denk ik.

En vanaf toen ging het allemaal snel. Die eerste date was leuk. Zoals het hoort, iets eten, babbelen, iets drinken, nog babbelen, nog iets drinken en braaf naar huis.
Maar er kwam nog een date. En nog een, en die werden alsmaar leuker. Voor ik het wist kreeg ik die Wentworth Miller-kloon mijn huis niet meer uit en ik vond dat geen klein beetje jammer.
De zomer was begonnen, heel het land en wij waren in de ban van het WK voetbal, we hadden verlof dus er waren picknicks en uitstapjes naar de zee..
De dagen zweefden voorbij.

Dat het goed zat wisten we al heel snel. En dat we op dezelfde lijn zaten en dezelfde dingen wilden ook. Plots hadden we beslist om volledig gek te doen. Als het voor de artsen van het UZ goed was, gingen we aan kindjes beginnen. Gewoon, omdat we dat allebei zo graag wilden, heel goed beseffend dat het een gigantische sprong in het duister zou zijn.
En zo geschiedde, mijn pil vloog in de vuilbak, we gingen op zoek naar een huisje met voldoende ruimte, weg van de stad en we maakten een klein mannetje op reis in Budapest.
Helemaal, 100%, made with love.

De rest is al lang geen geheim meer. We gingen samenwonen in oktober, zijn getrouwd in februari en werden mama en papa in mei. Al het geluk van de wereld in minder dan een jaar.

Een jaar geleden had ik dit nooit durven dromen. Iemand zo kort kennen en zwanger worden? Bewust dan nog? No way! Getrouwd, ik? Neenee.
Maar ik heb er nog geen halve seconde spijt van gehad. Ik word gek van geluk als ik denk aan mijn twee mannetjes, of mijn trouwring zie en besef waar hij voor staat. Soms word ik bang omdat ik vrees dat zoveel geluk niet kan blijven duren.
Het was mij het jaartje wel. Eentje uit de duizend.
Het allerbeste. Tot nu toe.

De Witte Wolk

De zwarte wolk is verdwenen. Geen huilbuien meer, geen dramatische of negatieve gedachten, geen lood in mijn schoenen als Niel begint te huilen omdat hij honger heeft. Ik kan weer lachen.
Wat zeker niet betekent dat ik mij nu in het Beloofde Land bevind, de Roze Wolk, Moedermekka.
Ik weet zelfs niet of ik daar ooit zal geraken. Genieten, zeggen ze. Genieten!
Ik kan nog steeds moeilijk verstaan van wat.
Ja, mijn ventje is ontzettend mooi en schattig. En hij verandert zo snel en ik zie hem al een klein beetje ontwikkelen.
Maar hij kan ook zo vreselijk krijsen, dat gaat door merg en been. En 's nachts slapen, daar doet hij niet aan mee. Wakker zijn betekent voor meneertje ook op de arm liggen, en niet in zijn park of wipper. En hij zal niet opgeven tot hij krijgt wat hij wil, mijn kleine doorzetter.
Het is niet gemakkelijk. Maar ik begin het precies beter en beter te kunnen. Ik begin hem misschien een beetje te kennen.
Ik heb ook ontzettend veel gehad aan de reacties op mijn vorige blog. Ik ben er enorm van verschoten hoeveel mama's mijn gevoel herkenden en mij een hart onder de riem wilden steken. Want hoe hard ik mijn best ook doe, ik krijg het niet uitgelegd aan mensen die het niet hebben doorgemaakt. Maar man, wat heeft die (h)erkenning deugd gedaan.

Ik zou misschien heel stilletjes durven stellen dat er echt beterschap op komst is. Komt het door de hormonen die zich beginnen te gedragen? Of omdat het einde van de borstvoeding in zicht is? Of omdat de zon schijnt?
Ik weet het niet, ik voel gewoon dat ik af en toe begin te genieten van dat klein bolletje in mijn living. Van zijn geluidjes. Van de knuffels. Van zijn mooie ogen die zo serieus in mijn ogen kunnen staren.

Geen zwarte wolk meer, zeker ook geen roze. Maar misschien bevind ik mij nu wel al op een doodgewone, neutrale, witte wolk. En dat is genoeg, voor nu.