donderdag 23 april 2015

Briefje Van Papa

Dag mijn klein vriendje, mijn zoontje, mijn klein wondertje...

Mama en papa zijn nu echt wel aan het aftellen naar jouw komst.. 
Als we de datum juist hebben dan resten er nog 26 dagen vooraleer we jou in onze armen kunnen nemen. Het was lang geleden dat ik jou nog eens zien friemelen heb in mama's buik, maar gisteren was papa weer in de wolken toen hij jouw poepje en voetje tegen mama's buik zag porren. Je leek zo dichtbij maar tegelijk nog altijd zo ver weg.. 
Ik hoop dat wanneer je geboren bent ik ook snel een band kan opbouwen met jou zodat je snel weet dat je even veilig bent bij papa als bij mama. Maar voorlopig ben je nu nog even het veiligst in mama's buikje.
Lieve schat, jij bent nu al mijn oogappel en ik ben nu al zo trots op jou. 
En liefste vrouwtje en liefste mama in spe, ik ben ook zo trots op jou, je hebt al veel gepiekerd en pijn gehad en vele dokters en paniekaanvallen getrotseerd en ondertussen nog eens voor mij gezorgd. Ik hou van jou, zoveel dat ik jou elke dag, elk uur, elke minuut en elke second in mijn hartje draag en aan jou denk. En ik hoop dat ik jullie evenveel kan gelukkig maken zoals jullie mij gelukkig maken..
Veel liefs en kusjes van papa en jouw mannetje.
Xxxxxx

dinsdag 21 april 2015

De Informatiegeneratie


Zwanger zijn. Tot een paar maand geleden een voor mij onbekend gegeven. 
Ja, het duurt normaal gezien 40 weken. En er zijn trimesters. En een foetus. En kwaaltjes. En een bevalling.
De basics kende ik wel. Maar plots is het zo ver, de beslissing is genomen dat jijzelf aan kindjes gaat beginnen en plots wil je het allemaal beter verstaan. Wat er gaat gebeuren, wat er kan gebeuren. 
Alles.
Dus ga je op zoek naar informatie.

Eerst en vooral is er het internet. Vanaf het moment dat we beslisten om zwanger te worden tot nu heeft mijn afgeleefd smartphonetje al heel wat overuren gedraaid. 
ALLES zoek ik op. 
In het begin was het alles over zwanger worden, ovulatie, voeding, diabetes en zwangerschap, vroege symptomen van zwangerschap, alles over HCG-waarden, noem maar op. ALLES werd gegoogled. 
Later werd elk krampje, steekje, elk druppeltje bloedverlies, elk symptoom opgezocht. Want ik moest toch wel weten of het allemaal normaal was?
En waarom zou ik het niet opzoeken, die smartphone ligt toch nooit verder dan een meter van mij vandaan. Het kan maar zo gemakkelijk zijn.

Honderden blogs heb ik gelezen. Hoe gaat het er aan toe bij andere vrouwen? Hebben zij ook last van dit? Of van dat? Voelen zij dat ook?
Maar ook algemene informatie ligt op het internet voor het grijpen. Wat gebeurt er met je kindje per week van de zwangerschap? 
Hoe groot is hij al, welke organen zijn al ontwikkeld?
Hoeveel kilo mag je nu al bijgekomen zijn. 

Dank u wel Google, voor de duizenden antwoorden.

En dan zijn er nog de apps. De zwangerschapsapps. Pushberichten à volonté. 'Hey Ruth, je baby is vandaag 34 weken oud'. En dan een artikel over wat er allemaal aan het gebeuren is met hem en met jou. 
Je kan alles ingeven, je gewicht, bezoekjes aan de gynaecoloog, bloedafnames, het gewicht van de baby, alles wat je wil kan opgeslaan worden.

Maar ook niet te vergeten, old skool boeken, brochures, prenatale lessen, borstvoedingslessen, noem maar op. Informatie in overvloed!

En ik moet toegeven, ik heb het graag zo. Ik wil alles begrijpen, alles weten, op alles voorbereid zijn. En ik denk dat ik er wel in slaag om alles in perspectief te plaatsen. Ik weet wat er kan mislopen maar sla daarom niet om de vijf minuten in paniek. Al de online informatie is er wanneer ik ze wil, en ik lees ze als ik er nood aan heb, maar ik laat ze ook links liggen als ik ze niet wil zien. 

Waar ik het moeilijk mee heb is de overdosis aan informatie die ik krijg van mijn gynaecoloog. En zoals ik het versta ben ik niet de enige.
Zo vertelde iemand mij over een zwangere collega die van haar arts te horen kreeg dat de navelstreng van haar kindje rond zijn/haar nekje gedraaid zit. En dat het een sterrekijker is. 
Ik vraag me af waarom in godsnaam. Waarom is het nodig om die informatie te delen met een zwangere mama-in-wording? Wat bereik je daarmee behalve paniek en ongerustheid zaaien?
Waarom vindt mijn gynaecoloog het eigenlijk nodig om elke 3 à 4 weken het gewicht van ons kleintje te bepalen, om dan paniekerig te zeggen dat hij wel echt weer veel gegroeid is en dat ze wel echt verschiet van zijn gewicht, om vervolgens te laten weten dat we er niets kunnen aan doen maar dat het ook niets verandert aan het verdere verloop van mijn zwangerschap? 

Met andere woorden, ze maakt mij elke keer opnieuw duidelijk dat er een heel grote baby uit moet over een aantal weken. Zo dat ik het zeker niet vergeet! Een hele grote he! Gigantisch he! Bereid je maar voor he, mevrouw Coenen! Grote, grote baby!

Ik weet zelfs niet of ik nog zin heb om naar de volgende echo te gaan, want op zich maakt het toch niet uit. Hij mag 3 kilo wegen, of 5 kilo, hij wordt toch op dezelfde dag en op dezelfde manier geboren. Waarom mij dan weer extra ongerust laten maken?

Alleszins, als ik ooit nog zwanger word, zal ik het mezelf niet meer aandoen. Lang leve de zelfstandige vroedvrouwen die geen echotoestel hebben!

Het is alleszins een generatiegebonden fenomeen. Als ik met mijn mama of grootmoeder over dit onderwerp praat, verschieten ze zich een bult. Moet jij nu weeral naar de echo? Hebben ze nu weeral bloed geprikt? 
Bij ons was het allemaal anders.

Zwanger zijn anno 2015 en zwanger zijn anno 1989, zoals mijn mama. Of anno 1959, zoals mijn grootmoeder.
Een wereld van verschil.
Mijn moeder herinnert zich dat ze vooral werd gevolgd bij de huisarts. De huisarts deed de bloedafname om de zwangerschap te bevestigen en volgde gedurende 9 maand bloeddruk, gewicht en eventuele veranderingen 'onderaan' op. 
Er gebeurden uiteraard echo's bij de gynaecoloog, om het geslacht te bepalen en om te zien of er geen zichtbare afwijkingen waren.
Mijn mama kan zich niet herinneren dat er ooit gesproken werd over het gewicht van het kind. 
Toen was het wachten tot de weeën op gang kwamen, kraamkliniek binnen en persen zoals je lijf het aangaf.

Bij mijn grootmoeder was het ook de huisarts die de hele zwangerschap en bevalling overzag, en het grootste werk werd gedaan door de nonnen. Van echo's of prenatale onderzoeken was geen sprake, als de bevalling zich aankondigde mocht je naar het ziekenhuis komen, waar de nonnen de arts verwittigden die de baby kwam halen. Na de geboorte werd die dan apart gelegd (want een kersverse moeder moest slapen en van borstvoeding was geen sprake). Informatie was er al helemaal niet. Over zwangerschappen werd zelfs niet gesproken, vrouwen in die tijd droegen zelfs zo lang mogelijk losse jurken om hun buikje te verbergen.
Een goed boek met bruikbare informatie was moeilijk te vinden.
Ze stond nooit stil bij wat er kon mislopen en vroeg daar ook niet naar. Als de dokter zei dat alles goed was, dan was alles goed.

Maar nu, anno 2015, is het verhaaltje wel anders. En de prangende vraag is: is het verhaaltje ook beter?

Borstvoeding

Een discussie tijdens het avondeten. Aanwezig: mijn mama, mijn stiefpapa, mijn echtgenoot, mezelf (en dus ook mijn lief, klein zoontje maar die lag flink te slapen).

Borstvoeding geven in het openbaar, hoe doe je dat?

Ik weet niet meer hoe we bij het onderwerp belandden. Ik had alleszins onlangs deze foto gezien op Pinterest en vond die wel typerend voor onze preutse maatschappij:



Borstvoeding lijkt mij het meest natuurlijke wat er is, zo oud als de mens zelf. Een vrouw baart een kind en voedt hem, net zoals dieren dat doen. En voor de één of de andere reden is er iets gebeurd in die duizenden jaren waardoor de mensen nu vinden dat borstvoeding iets is om weg te steken.

Ben ik geneigd om met mijn borsten bloot in de zetel te gaan zitten terwijl er mensen rondom mij zitten? Neen, natuurlijk niet. Maar ik heb ook geen zin om te sukkelen met sjaals en doeken en weet-ik-veel omdat er iemand een glimp van een tepel zou kunnen opvangen. 
En ik ga al zeker niet op toilet of ergens in een hoekje gaan zitten omdat mijn kind moet eten. 

Ik weet niets van borstvoeding, moet ik eerlijk toegeven. Dat is ook vrij logisch aangezien ik het nog nooit gedaan heb. Ik heb wel al het een en ander gelezen en versta dat borstvoeding niet evident is. Het is niet gewoon een tepel in de mond van je baby proppen en klaar. Neen, sommige baby's willen niet drinken. Anderen zuigen je tepels helemaal kapot. En bij sommige vrouwen komt de productie gewoon niet op gang zoals het hoort. Genoeg obstakels om te overwinnen dus.

Maar ik probeer het toch positief te bekijken. Rekening houdend met alle hierboven beschreven factoren lijkt borstvoeding mij toch iets zaligs. Ik denk dat ik er enorm ga van genieten om mijn mannetje dicht bij mij te hebben en te knuffelen en hem ondertussen te voeden. En ik denk dat als ik thuis ben, alleen of met de papa erbij, dat ik dat nog het liefst van al helemaal skin-to-skin doe, zonder beha's en t-shirts en topjes. Gewoon écht knuffelen. 

Waarom zou ik er dan plots een groot drama van maken als ik mijn kind in het bijzijn van anderen voed? Of in het openbaar? De meeste mensen hebben zelf ooit borstvoeding gekregen. Of gegeven. En heel veel mannen hebben hun vrouw ooit borstvoeding zien geven. En my god, echt IEDEREEN heeft wel al eens een blote borst gezien. 
Dus ik vraag me af waarom er heisa rond gemaakt wordt.

Ik kan niet voorspellen wat het met mij zal doen als ik mensen zie staren of, erger nog, opmerkingen hoor maken. Misschien zal het mij beu worden en zal ik op termijn toch de boel bedekken, omdat ik geen zin heb in blikken. Misschien zal ik de 'blote' voedingssessies voor thuis houden, als ik alleen ben. 
Maar ik zou dat jammer vinden. Want het is zo normaal. En ik denk dat vrouwen er in het algemeen bij gebaat zouden zijn moesten mensen iets meer openstaan voor borstvoeding in het bijzijn van anderen. Stress kan zo nefast zijn voor de melkproductie, en ongetwijfeld maken veel vrouwen zich zorgen over de reacties van anderen.

Stel je voor dat er vrouwen zijn die zich afzonderen in hun eigen huis om hun kind te laten drinken, omdat er bezoek is. Omdat nonkel die of tante die wel eens zou durven een opmerking te geven. 

We zien wel. Maar wees gewaarschuwd, in geval van kraambezoek zou er wel eens een tepel door de kamer kunnen vliegen!

Insomnia

Aftellen, aftellen, aftellen. Dat is alles wat ik nog doe. 
Mijn buik is zo dik dat ik me gewoon niet kan inbeelden dat het kind er nog vier weken moet inzitten én nog vier weken moet groeien. Het is alsof er gewoon geen plaats meer is voor mij, voor mijn organen. 
Ik moet nu echt elk uur plassen. En er stroomt constant maagvocht in mijn slokdarm omdat die kleine mijn maag uitwringt en dat brandt verschrikkelijk. 
En dan zeg ik nog niets over de rugpijn die mijn klein vetzakje veroorzaakt. 
Resultaat: slapeloze nachten. Ik doe minislaapjes van anderhalf uur maximum (mijn liefste echtgenoot en zijn hooikoorts-gesnurk helpen de zaak ook niet echt vooruit). Al dagen aan een stuk geen diepe slaap meer, ik voel me doodmoe en traag. 

En dromerig. 
David heeft me al verschillende keren gezegd dat ik afwezig ben, hem soms zelfs niet hoor als hij iets zegt. 
Ik rijd van punt A naar punt B op automatische piloot en verschiet als ik plots op mijn bestemming ben. Huh, hoe ben ik hier geraakt? 
Dus ik ben moe. En ik heb hoofdpijn. En ik doe mijn best om lief te blijven tegen mijn ventje want die moet gaan werken en is ook moe. Maar dat lukt niet altijd.


Dus, klein bolletje, ik weet dat jij er niet aan kan doen maar zou je misschien al op het gemakje willen beginnen met naar beneden te kruipen zodat het niet meer te lang duurt voor je er bent, want mama is écht moe.

maandag 20 april 2015

Schuldgevoel

Ik kijk altijd zo hard uit naar de consultaties bij de gynaecoloog. Eindelijk mijn ventje nog eens zien, horen dat zijn hartje goed klopt en zijn ruggengraatje zien. Weten hoe hij ligt zodat ik weer kan verstaan waarom hij helemaal links en helemaal rechts in mijn buik schopt (nee mama, hij ligt niet in spagaat).
Maar de laatste keren ga ik telkens met een vreselijk gevoel naar huis. Een gigantisch schuldgevoel. Ik ben er vandaag weer helemaal van onder de voeten, ik loop te wenen, ik voel me rusteloos.
Want hij is weer veel te veel gegroeid. Veel te veel. De gynaecoloog verschoot er zelf van, weeral.
Inleiden op 38 weken is geen mogelijkheid meer, het is een absolute noodzaak
En dan voel ik me zo schuldig. Want ik moest perse een kindje krijgen. Ik moest perse zwanger worden. Ondanks de risico’s.
Vrouwen met diabetes hebben dikke baby’s. Dat weet ik. En een grotere kans op aangeboren afwijkingen en problemen bij de geboorte en doodgeboorte en noem maar op.
En daar heeft dat ventje niet om gevraagd. Nee, ik moest perse mijn zin hebben. En zie wat er van komt.
Ik weet dat ik streng ben voor mezelf. Ik doe mijn best, let op mijn voeding, prik mijn glycemie tien keer per dag. Ik doe wat ik moet doen.
Maar toch kan ik het schuldgevoel niet afschudden.
Dus ik zeg het nog maar eens: ik zal pas kunnen ademhalen als hij gezond en wel in mijn armen ligt. Ondertussen panikeer ik rustig verder.
En daar voeg ik graag aan toe, dat het heel pijnlijk begint te worden als mensen mij vragen ‘of het voor elk moment is’, ‘of het er twee zijn’ of als ze opmerkingen maken over mijn gigantische buik.
Want in mijn gigantische buik zit een gigantische baby en dank u wel, perfect stranger, ik hoef daar niet elke dag aan herinnerd te worden.

Vriendschap

Het leven kan niet perfect zijn. Maar ik moet wel toegeven dat het mijne de laatste tijd erg dicht in de buurt komt..
Pas getrouwd met de liefste man van de wereld, ongeduldig zwanger van een heerlijk klein mannetje. Gezond en wel genieten van familie en vrienden die ik doodgraag zie, collega's die mij komen bezoeken en mij doen beseffen dat ik nog steeds zoveel van mijn job houd en het daar enorm mis.
Ik kan onmogelijk klagen. 

Maar als er dan toch iets is dat ervoor zorgt dat mijn leven momenteel 99 en geen 100% perfectie is, dan is het de afstand. De afstand van mijn huis naar een van de liefdes van mijn leven: 't stad. GENT.

Gent is waar mijn mama woont, waar ik vroeger ten pas en ten onpas binnen viel, gewoon omdat ik zin had.
Gent is ook waar mijn broer woont, en het overgrote deel van mijn vrienden.
En nu de eerste echte lentedagen achter de rug zijn, voel ik dat de afstand mij tegenhoudt om vlug een terrasje te doen of op de Graslei te gaan zitten of bij mijn mama in de tuin en dat vind ik wel lastig, hier op de boerenbuiten.

Ik voel dat ik enorm veel moeite moet steken in het onderhouden van vriendschappen...
Als ik in Gent moet zijn voor een afspraak, probeer ik met zoveel mogelijk mensen af te spreken. Ik probeer bij te houden wie ik lang niet meer gezien heb en probeer zo om geregeld met iedereen iets te doen, rekening houdend met de kilometers die ik daarvoor moet rijden.
Op zijn zachtst gezegd vermoeiend. 
En het brengt geregeld frustratie met zich mee..

Maar gisteren werd ik dan weer getrakteerd op een eye-opening lesson: dat echte vriendschap afstand overstijgt. 

Dat echte vrienden je uit je boerenhol lokken om een verrassings-vrijgezellenavond te houden met bootjes op de graslei en cava en cadeautjes en hapjes en eten en dame blanche (ook al ben je eigenlijk al getrouwd maar zoals eerder al vermeld: ik doe de dingen niet op volgorde).
Dat echte vrienden ervoor zorgen dat je je na maanden nog eens voelt zoals vroeger, als een onbevruchte, ongetrouwde vrouw die met haar prachtige vriendinnen (en 1 mannelijk exemplaar) door 't stad loopt te giechelen.
Waardoor ik er nu weer helemaal tegen kan dat ik nu een dorpsmens ben in plaats van een stadsmens :-)

Dus bij deze is mijn argument weerlegd. Zelfs de afstand in rekening genomen is mijn leventje helemaal perfect, met dank aan Joke, Joke, Filine, Lisa, Valerie, Annelies, Fien, Raela, Daphne en Alexis om me nog eventjes met mijn neus op de feiten te drukken.

Wilde Weldoeners

Ik lees het overal online, tips van moeders aan toekomstige moeders. Dat je geen luieremmer moet kopen want niemand gebruikt die. En een luiertafel eigenlijk ook niet want je kan een baby ook op bed, tafel of de zetel verversen.
Wel, ik heb ook een tip voor toekomstige moeders en ik ben zelf nog niet eens bevallen. Koop geen kleren. Gewoon geen. 
Ja, ik vind het ook leuk om te winkelen en de schattigste broekjes en kruippakjes en mutsjes te kopen. En al zeker in kleine maatjes want die zijn extra schattig en die heb je toch wel nodig in het begin zeker?
Maar dat is allemaal buiten de Wilde Weldoeners gerekend. De vriendinnen, kennissen, zussen, schoonzussen en wildvreemden die nog ergens een doos met babykleren staan hebben waar ze eigenlijk vanaf willen. En die geen zin hebben om zich bezig te houden met alles op tweedehandsbeurzen of online te verkopen. Dus ze geven het weg, zomaar. Zakken en dozen vol. 
Ik heb ondertussen al zodanig veel gekregen dat ik letterlijk niet meer weet wat ik er mee moet doen. Ik heb kleren genoeg voor onze man zijn eerste levensjaar, zonder twijfel. Bodies, T-shirts, broekjes, pyjama’s, jassen, kousen, schoenen, mutsen.
Maar ook speelgoed, beertjes, tetradoeken, handdoeken, lakens, noem maar op. 
Honderden euro’s aan spullen hebben we ondertussen al gekregen, honderden euro’s die we nu aan andere dingen kunnen spenderen, zoals een extra kleerkast voor op pruts zijn kamer. Of een hangar…

De Kogel En De Kerk

Jullie mogen mij allemaal een dikke seut vinden. Een plooier. Want ik ben geplooid.
Na een heel verhelderend gesprek met de kinderarts die ons prutsje gaat onderzoeken na de bevalling heb ik besloten om toe te geven en onze vent mee te geven naar de Neonatologie.
Gohja, toegeven. De ongelooflijk eloquente kinderarts heeft mij op één twee drie overtuigd.
Weg twijfels, weg zorgen, weg vechtlust. Eindelijk iemand die mij een duidelijke uitleg kon geven over het waarom, en sterker nog, die mij kon kalmeren. Een uitleg zodanig duidelijk dat ik het zelfs niet meer nodig vond om aan mijn goed voorbereid betoog te beginnen en te zwaaien met afgedrukte artikels en protocollen.
Ik ben braaf en stil op mijn stoel blijven zitten, hevig knikkend en af en toe een kleine vraag stellend.
De conclusie was duidelijk: een opname op Neonatologie is een noodzaak, geen voorzorg.
Het eerste argument dat mij overtuigde, was de uitleg over temperatuurregulatie. Pasgeboren baby’s koelen vliegensvlug af en ondanks pakjes en mutsjes en knuffels moeten ze heel veel moeite doen om zichzelf warm te houden. Het kost hen energie. Energie oftewel suikers. Als ons ukje dus in een lekker warme couveuse ligt, hoeft hij helemaal geen moeite te doen om warm te blijven waardoor hij minder snel hypo’s zal doen (en waardoor hij sneller bij ons op de kamer zal mogen).
Tweede nieuw stuk informatie: met enkel borstvoeding zal hij het de eerste uren/dagen niet redden. Mijn lichaam heeft tijd nodig om de melkproductie op gang te brengen en ondertussen moet uk veel te hard werken om melk uit mijn borst te krijgen, en de kans is groot dat het dan nog niet genoeg is ook.
Hij zal met andere woorden heel veel suikers moeten verbranden om aan voeding te komen, nogal paradoxaal dus. Dus krijgt hij na de borstvoeding sowieso een lekker, gemakkelijk flesje pap zodat hij goed veel suikers binnen heeft. Gevolg: kleinere kans op hypo’s.
Nummer 3: de kans dat hij 24 uur op Neonatologie moet blijven is miniem. Drie opeenvolgende goede waarden is voldoende om hem te ‘ontslaan’ en hem op de kamer te laten. Een uurtje na de geboorte, drie uur later en nog eens drie uur later wordt zijn suiker gecontroleerd, tussendoor krijgt hij voeding en ligt hij in de couveuse. Zeven uur doorbijten. Zeven uur op een stoel naast hem gaan zitten en ik steel hem mee naar de kamer!
Ik was er ook van overtuigd dat niemand hem zo goed ging kunnen observeren als ik. Ik, kinderverpleegkundige die urenlang met plezier naar mijn kersvers zoontje zou staren. Ik zou wel opmerken als er iets aan de hand was.
Maar weer moest ik de mondige dokter gelijk geven. Een ingeduffelde baby (want ze mogen niet afkoelen, remember?) is veel moeilijker te observeren dan een baby die in een glazen couveuse ligt met enkel een pamper aan. En op Neonatologie is hij ook nog eens verbonden met een monitor, waardoor er direct kan opgemerkt worden als er problemen zijn met zijn hartslag.
Ja, ik moest toegeven, ik kan hem ondanks mijn kennis en ervaring niet beter observeren dan de vroedvrouwen op de Neo…
Dus ik zei op een bepaald moment tegen de dokter dat hij mocht stoppen met zijn uitleg, dat ik overtuigd was en dat ze hem mogen meenemen. Hij moest lachen.
Ik ben blijkbaar niet de eerste moeder met diabetes die voor de bevalling in zijn bureau komt zitten om de regels te proberen plooien.
En al enkele keren in het verleden is hij geplooid. En lagen de kindjes direct bij mama op de kamer. Met gigantische hypo’s en zelfs stuipen als gevolg.
Het zal lastig zijn. Om hem af te geven. En ik moet mijn droombeeld van die eerste uren echt wel loslaten en een nieuw scenario voor mezelf schrijven, om van te dromen.
Maar er valt ook een enorme spanning van mijn schouders. De kogel is door de kerk, het is beslist, ik weet wat er komt en wat kan een controlefreak als ik nu meer willen?

Kalmeren, Moeder

Dertig weken ver. Meer dan tweehonderd dagen zwanger. En ik moet toegeven dat ik mij dat zwanger zijn toch anders had voorgesteld.
Vroeger had ik het alombekende beeld in mijn hoofd van de mooie vrouw met de perfecte ronde buik en de gelukzalige glimlach.
De realiteit is voor mij helemaal anders..
Het grootste deel van die tweehonderd dagen zijn al bange dagen geweest. Dat ligt grotendeels aan mij, aan wie ik ben. Ik denk na, ik pieker, ik panikeer.
Mensen vragen mij hoe het gaat en ik zeg: ‘gooooed, jaaaaa, absoluut, zalig’.
Maar ik heb eigenlijk geen zin om uit te leggen dat het pas goed zal zijn als ons zoontje in mijn armen ligt en als hij huilt en als hij tien vingers en tien tenen heeft. En ik weet dat de uitdaging dan pas begint, maar voor mij voelt dat anders aan. Er zal een gigantisch gewicht van mijn schouders vallen.
Staat mijn glycemie dan te hoog of te laag? Foert, het heeft op hem toch geen invloed meer.
Eet ik wel genoeg? Eet ik niet te veel? Drink ik wel voldoende? Is dat vlees wel vers? Zijn die groenten gewassen?
Maakt allemaal niet meer uit.
Ik maak mezelf niets wijs, ik zal rustig verder de paniekerige moeder uithangen als hij er is. En flippen over zijn gezondheid en voeding en opvoeding en noem maar op.
Maar dan is de verantwoordelijkheid tenminste al gedeeld. Dan zal ik minder de angst voelen dat mijn handelingen nefast zijn voor zijn gezondheid.
In het slechtste geval zal ik mij af en toe moeten herpakken..
Ik maak het mezelf en iedereen rondom mij heel moeilijk de laatste tijd.
Wist ik maar hoe ik de draaimolen in mijn hoofd kon stilleggen.
Gewoon, stoppen met piekeren. Stoppen met alles in vraag te stellen. Vertrouwen hebben. Geloven dat alles goed komt.
Ik zit zo niet in elkaar.
Dus ik begin bij het begin. Kalmeren, moeder. Proberen kalmeren.

Verwend Nest

Ik ben sinds kort de bezitter van ‘Groot Worden Ze Toch Wel’, een heel luchtig boek over kinderen krijgen en opvoeden en hoe dit gebeurt in verschillende landen ter wereld.
Niet oninteressant, en best wel confronterend.
Ik ben nu ondertussen een dikke maand thuis in ziekteverlof. De artsen en vroedvrouwen vonden dit beter voor de regeling van mijn suiker, en na die paar weken blijkt dat ze gelijk hebben. Het gaat allemaal perfect sinds ik thuis ben en kan rusten en geen stress meer heb.
Ik heb ook de tijd om vanalles uit te zoeken en te regelen. Om eens te kijken wat er allemaal kan in ons Belgenlandje.
En ik kan u verzekeren, de titel van mijn blogpost is niet overdreven.
Ik neem mezelf als voorbeeld.
Thuis met ziekteverlof, waarvoor ik de eerste maand gewoon verder word betaald door mijn werkgever. Na die eerste 30 dagen krijg ik zomaar een ziekte-uitkering, ik word dus met andere woorden betaald om in de zetel te zitten.
Tussendoor ga ik naar de gynaecoloog, endocrinoloog en vroedvrouw voor mijn controles, en dat kost mij allemaal heel weinig. De vroedvrouw is gratis, de rekening van de artsen wordt natuurlijk een groot stuk terugbetaald.
Zes weken voor de uitgerekende datum ga ik in zwangerschapsverlof, wat betekent dat de uitkering die ik nu al krijg een beetje toeneemt. Dit blijft zo tot negen weken na de bevalling, dan heb ik recht op borstvoedingsverlof.
Omdat ik op het werk in aanraking kom met chemo, lachgas en infecties, mag ik thuisblijven tot 5 maand na de bevalling, zodat ik mijn kind gezonde moedermelk kan geven. Ondertussen krijg ik verder een uitkering.
Ik ben dus, met andere woorden, ruw geschat, een kleine 9 maand thuis terwijl ik lekker doorbetaald word om helemaal niets te doen.
Maar daar stopt het natuurlijk niet.
Ik heb ook recht op 7 bezoeken van een vroedvrouw aan huis na de bevalling, volledig kosteloos.
Er is ook nog kraamzorg waarbij iemand voor een belachelijk laag bedrag komt poetsen, koken, strijken, of helpen met de baby. Het grootste deel van die kost wordt gedragen door de CM, de rest door de hospitalisatieverzekering die ik gratis krijg van het werk.
Door die hospitalisatieverzekering is mijn bevalling ook zo goed als gratis.
En nog steeds is dat niet alles.
Nee, wij hebben recht op een geboortepremie van 1123 euro. De CM geeft ook nog eens 130 euro per ouder cadeau en van het werk krijg ik ook nog eens 100 euro. En vanaf de geboorte tot wanneer onze spruit op eigen benen staat krijgen we kinderbijslag, zomaar. 
En als ik na die 9 maand terug aan het werk moet, heb ik de luxe om het rustig aan te doen, door de fantastische uitvinding genaamd ouderschapsverlof. Gewoon, een beetje minder gaan werken omdat je nu eenmaal ouder bent geworden. Vier maanden fulltime thuis, 8 maanden halftijds werken of 20 maand 4/5. Alsjeblieft, cadeautje.
Hier heeft de papa natuurlijk ook recht op, samen met tien dagen verlof na de bevalling, netjes betaald door werkgever en mutualiteit.
Voor mij voelt de lijst nu al eindeloos aan, en ik weet dat ze nog veel langer is. Crèches, opvang van zieke kinderen, zorgverlof, het houdt gewoon niet op.
Als ik dan even stilsta bij hoe het er in andere landen aan toe gaat, en dan bedoel ik niet alleen arme derdewereldlanden maar ook het grootste deel van de Westerse landen, dan denk ik dat we zonder twijfel kunnen stellen dat we met ons gat in een heel groot vat boter gevallen zijn.
Ik moet niet na een week terug aan het werk. Ik kan in gezonde en veilige omstandigheden bevallen en heb zoveel hulp om op terug te vallen dat het moeilijk wordt om het bos door de bomen nog te zien. 
Ja, groot worden ze toch wel, maar dan wel liefst in ons veilig, verwenlandje…

Neonatale Hypoglycemie

Neonatale hypoglycemie, dat zijn de twee woorden die mijn gedachten de laatste dagen domineren. Uren zit ik met de iPad op mijn schoot het internet af te zoeken naar informatie. Wat is het? Hoe vaak komt het voor? Wat zijn de risico’s?
En wat ga ik nu in godsnaam beslissen voor ons ventje?
Neonatale hypoglycemie betekent dat de suikerwaarde in het bloed van een pasgeboren baby te laag komt. Dat gebeurt meestal in de eerste 24 uur na de geboorte en heeft verschillende oorzaken: een te hoog of te laag geboortegewicht, aangeboren afwijkingen of een moeder met diabetes, zoals ik.
Omdat onze uk 9 maand afhankelijk is van mijn suikerregeling kan hij het tijdens zijn eerste uurtjes moeilijk hebben om zelf de boel te regelen. En daarom is het de gewoonte in de meeste (Belgische) ziekenhuizen om hem 24 uur ter observatie op Neonatologie te houden, zoals ik eerder al schreef.
Er zijn nu al weken en maanden over gegaan, en nog steeds tast ik in het duister. Ik heb het gevoel dat er niemand mij een duidelijk antwoord kan geven op mijn vragen. De ene dokter zegt dat ik moet ingeleid worden, de andere zegt dat we kunnen afwachten. De ene verpleegkundige zegt dat hypo’s veel voorkomen bij pasgeboren baby’s, iemand anders zegt dat het heel zeldzaam is. Mijn suikerregeling tijdens de bevalling is het belangrijkst, zegt de ene, volgens de andere is het de suikerregeling tijdens de zwangerschap.
Ik word gek van de onwetendheid. Ik heb het gevoel dat ik op den duur meer weet dan gelijk wie door alle protocollen, standaarden en wetenschappelijke artikels die ik ondertussen al gelezen heb.
Het gaat zodanig ver dat het mij al lang geen bal meer kan schelen hoe ik beval. Natuurlijk, keizersnede, epidurale, in bad, ingeleid, l don’t care. Ik wil gewoon dat hij kan geboren worden op een moment dat mijn suiker zo stabiel mogelijk is, zodat de kans op hypo’s voor hem zo klein mogelijk is.
Van een plotse shift in prioriteiten gesproken… ln het begin was ik enkel bezig met mezelf, wat ik ging meemaken tijdens de bevalling. Nu draait alles om hem. Hij moet gezond zijn, hij moet bij mij blijven zodat hij zich veilig voelt en zodat de borstvoeding goed op gang kan komen zodat hij alle anti-stoffen krijgt die hij nodig heeft..
Alleen heb ik geen zin om ruzie te maken met artsen of vroedvrouwen op het ‘mooiste moment van mijn leven’. Ik wil dat er afspraken gemaakt worden vooraleer ik het verloskwartier binnen ga.
Ik had vorige week een afspraak met mijn diabeteseducator/vroedvrouw in het UZ en heb hem mijn probleem voorgelegd. Tot mijn verbazing verstond hij me helemaal. Hij zei zelfs dat als zijn vrouw diabetespatiënt was, hij ook zou weigeren om zijn kind naar Neonatologie te laten brengen.
Uiteraard heeft dit mijn vlammetje nog meer aangewakkerd. Ik sprak erover met een van de kinderartsen van het UZ, die ik ken van op het werk, en ook zij gaf me gelijk. België is een van de laatste landen die baby’s van diabetische moeders nog naar Neonatologie brengt.
Als kers op de taart bezorgde ze mij het officiële protocol dat in het UZ wordt gevolgd en daarin staat letterlijk dat deze kinderen pas opgenomen moeten worden als er een hypoglycemie is die niet verbetert met voeding. Opname is dus officieel de laatste stap, niet de eerste.
Mijn strijd is gestreden. Ik verander mijn houding van afwachtend en vragend naar eisend. Hij gaat niet naar Neonatologie tenzij er een heel goede reden is. En wie moeilijk doet, krijgt een officieel protocol onder zijn neus geschoven.
Want in the end wil ik alleen dat de regels gevolgd worden.

Pest-Trimester

Al anderhalve week ben ik het slachtoffer van het derde trimester, en ik ben nu al helemaal zeker dat het mijn minst favoriete trimester van de drie wordt.
Iedereen klaagt maar over die eerste weken, de misselijkheid en het overgeven en de vermoeidheid en wat nog allemaal, maar ik hoor niemand een woord reppen over de laatste weken..
Ik word er met momenten weemoedig van. De rugpijn en de pijn in mijn bekken. Oprispend maagzuur, heerlijk. Liters Riopan sla ik achterover maar ik brand lekker verder.
Overal jeuk, mijn armen, mijn benen, mijn buik, hoort er allemaal bij.
Om het kwartier naar het toilet voor vijftien druppels, ook ‘s nachts. Alleen zijn het ‘s nachts soms twintig druppels en dan kan ik bijna niet bewegen van de pijn aan mijn blaas.
Als een obees varken uit bed proberen te kruipen en van de inspanning windjes laten..
Puisten, overal puisten. En opgezwollen voeten met worstentenen en dikke vingers waar ik mijn ring niet meer afkrijg.
Om het kort te houden, ik heb me zelden zo aantrekkelijk en appetijtelijk gevoeld.
En ik weet wel dat ik niet mag klagen, want er zijn vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen of die ondertussen al bevallen zijn, ik weet het. Maar toch.
Ze hebben het derde trimester zo ontworpen om vrouwen te doen uitkijken naar de bevalling, denk ik. Als die marteling begint, dan weet ik dat de derde trimester-marteling ophoudt.
Nog tien weken te gaan.

De Grote, Roze Wolk

Zo, het is ondertussen al een weekje officieel. Bridezilla is niet meer, u mag mij mevrouw De Lombaerde noemen. 
Zo een trouwdag, ik kan het iedereen aanraden. Ik ben waarschijnlijk niet de eerste die het zegt, maar die van ons was echt perfect. Perfect in zijn eenvoud… Ik zou er niets aan veranderen.
Trouwen voor de wet stelt eigenlijk niet zo veel voor. De plechtigheid heeft misschien tien minuten geduurd. En acht ervan werden gevuld met het voorlezen van wetteksten. Maar eigenlijk is hét moment zelf, het ja-woord, wel heel leuk. Ik denk dat ik David zijn hand tot moes geknepen heb, en onze vent was ondertussen goed aan het schoppen.
Zwanger trouwen blijkt achteraf een zalig gegeven te zijn. Het voelde echt alsof hij er al bij was, alsof we het evenveel deden voor hem als voor elkaar. Alsof we met z’n drietjes trouwden…
Na de formaliteiten was er receptie bij ons thuis, wat voor mij perfect was. Schoenen uit tegen de pijnlijke voeten, wc in de buurt om elk kwartier snel eens te passeren, steunband aan onder mijn kleed tegen de rugpijn. Ik voelde me heel comfortabel in mijn eigen habitat en kon zo dubbel genieten. Iedereen zag er prachtig uit, mijn ouders zagen er doodgelukkig uit, alle kindjes waren braaf, alle hapjes werden gesmaakt, ik heb er zelfs mijn speech uitgekregen zonder stotteren..
Na de receptie zijn we met de hele bende gaan eten. Lekker gaan eten. En vooral ook weer heel gezellig.
Ik heb verschillende mensen met de slappe lach gezien, veel lege borden en lege glazen gezien en eindeloos getetter gehoord.
We keken ernaar en zagen dat het goed was.
En dan was er nog mijn kersverse echtgenoot. Die mij troostte aan de telefoon toen ik mijn eerste zwangerschapsstriem ontdekt had (op mijn trouwdag!).
Die mij verraste met een prachtig boeket terwijl ik duizend keer gezegd had dat ik dat echt niet nodig vond.
En die nog snel mijn favoriete mannenparfum gaan kopen was zodat hij de hele dag heerlijk rook.
Die er zo fantastisch uitzag in zijn kostuum.
Die duizend lieve en grappige dingetjes in mijn oor gefluisterd heeft, de hele dag.
Die ‘s avonds als een blok in mijn armen in slaap gevallen is, want oh boy, het is geen avondmens.. 
Wat een heerlijke dag. Eentje om te koesteren.
Ik glunder nog even verder, op mijn gigantische, roze wolk.

Dolle Mina

Mijn buik groeit en groeit maar en dat is leuk (de ene dag meer dan de andere), maar soms overvalt het mij weer: dat dingetje dat erin zit is geen dingetje meer maar al een serieus DING en dat moet er binnenkort uit.
Meestal lukt het mij wel om er niet over te piekeren en die gedachten ver weg te steken. Maar soms ook niet. Soms heb ik het gevoel dat ik binnenkort naar de martelkamer geleid word, en ik kan er niets tegen doen. Dat ik onhoudbare pijnen ga moeten verdragen. Dat ik heel mijn lijf moet overgeven aan de woestheid van onze wrede natuur en ik gescheurd en gebroken terug naar huis zal mogen keren.
Als ik denk aan het moment dat mijn water breekt, en dat ik naar het ziekenhuis moet vertrekken, voel ik een enorme paniek over mijn hele lijf. Ik weet dat ik dat moment vreselijk ga vinden. Vreselijk spannend maar ook vreselijk eng.
Ik blijf mezelf vertellen dat er een eind aan komt, dat de weeën tijdelijk zijn en de hele bevalling ook. En dat je op het einde een zalig cadeau krijgt voor je moeite.
Maar uiteindelijk komt het weer op hetzelfde neer: het is een absolute vorm van controle loslaten. Je weet niet wat er komt, wanneer het komt, wat er gaat gebeuren, wat je gaat voelen, wie er gaat zijn. Gaat het snel gaan? Ga ik rustig kunnen blijven? Ga ik het kunnen zonder epidurale?
Wat mij de laatste tijd ook veel bezig houdt is wat David zijn rol gaat zijn. Ga ik veel steun hebben aan hem? Of gaat hij mij vreselijk irriteren?
Ik ben soms bang voor zijn oordeel. Wat als hij mij een seut vindt, die daar maar wat ligt te janken?
Een deel van mij wil dat hij onder de indruk is. Dat ik het zodanig goed doe, dat hij vol trots en ontzag naar mij kijkt.
Zo van, voila, dat is mijn vrouw, keihard wijf, die van mij.
Nu probeer ik met hem te praten over hoe bang ik soms word, en daar kan hij weinig op zeggen. Hij kan de angst niet voelen die ik voel. Ik verwacht antwoorden van hem die mijn schrik kunnen wegnemen en natuurlijk heeft hij die niet.
Hij zal er zijn, en mij steunen. En begrip tonen als ik het niet zie zitten of bang ben of pijn heb, zegt hij.
De Dolle Mina in mij denkt dan, ja, goed, je moet er bij zijn om te zien hoeveel IK moet afzien om JOUW kind te krijgen.
En de romantische ziel in mij denkt dan, ja, goed, je moet er bij zijn want ik wil dat moment zo graag met jou delen en je gezicht zien als ons ventje er is.
Alleszins, hij moet er bij zijn, om mijn hand vast te houden. En ik beslis dan wel of ik er zo hard mogelijk in knijp om hem ook zoveel mogelijk pijn te laten voelen, of ik er hard in knijp om steun te zoeken.
De conclusie blijft jammer genoeg dezelfde. Angst of niet, handen om vast te houden of niet, het verandert allemaal niets aan het feit dat ik van niets weet. Ik weet niets over mijn bevalling en dat maakt mij ontzettend bang.

Kattebelletje

Dag meneertje,
Je zit nu al 24 weken in mijn buik en dat wil zeggen dat je levensvatbaar bent. Dat is voor mij een belangrijk moment. Dat wil zeggen dat als je nu geboren wordt, er een grote kans is dat we je op termijn mee krijgen naar huis.
Ik zeg nu vaak tegen mensen dat ik heel ongeduldig ben, dat ik er soms zo naar verlang om je vast te houden, maar ik bedoel dat niet letterlijk hoor. Je mag nog een beetje blijven zitten. Ik wil helemaal niet dat je in de couveuse moet.
Maar ik ben wel echt ongeduldig. Ik wil je zo graag eens zien. Gisteren heb je naar mij gezwaaid op de echo. Je stak je handje omhoog en deed het open en weer dicht. Dat was het leukste moment van heel mijn zwangerschap, tot nu toe. Als je tegen mijn hand schopt denk ik altijd dat je contact probeert te maken, en dat vind ik zo leuk, maar nu leek het echt alsof je naar mij zwaaide. Ik moet nog glimlachen als ik er aan denk. 
Ik ben zodanig ongeduldig dat alles nu echt klaar is voor jou. Als je beslist om wat vroeger te komen, dan hebben we alles in huis om je op te vangen. We hebben vorige week je kleerkastje geïnstalleerd (papa moet wel de deuren nog eens recht hangen) en ik heb ze helemaal vol gestoken met kleertjes en pampertjes en doekjes en lakentjes en alles wat een klein bolletje zoals jij kan nodig hebben. 
Zo heb ik toch het gevoel dat ik al een beetje voor jou aan het zorgen ben, ook al ben je er nog niet…
Ik ben niet alleen ongeduldig, ik heb ook het gevoel dat ik jou al een beetje ken. En ik vind jou nu al zo leuk!
Soms schop je zodanig hard dat het pijn doet aan mijn buik. Dan denk ik dat je boos bent, en mij wil duidelijk maken dat er jou iets stoort.
Of als je heel hard aan het friemelen bent, beeld ik me in dat je touwtje springt met de navelstreng, omdat je je verveelt. Wel voorzichtig zijn he!
En ik vind het stiekem zo leuk dat je alleen schopt voor mij. Ik voel je dan kronkelen en dan roep ik je papa en die legt zijn hand op mijn buik en dan… niets meer. Hihi!
En ik denk dat jij net zo graag als je mama in bad zit. Hoe warmer, hoe liever. Als papa erbij zit is het water niet warm genoeg he?
En ik denk ook dat jij heel lief bent, want je schopt mij enkel overdag en ‘s nachts laat je mij slapen, als je weet dat ik vroeg moet opstaan. 
Over twee weken mogen we nog eens naar jou kijken, ga je dan ook eens naar papa zwaaien? Ik denk dat hij dat heel leuk zou vinden. 
Tot snel, klein bolletje.
Je mama.

Brievenbus

Elke week tel ik de dagen af. Ik kijk elke dag in de brievenbus en ben elke keer teleurgesteld als ‘het’ er nog niet in zit. Tot op het moment dat ik de blauwe rand van het boekje uit de gleuf van de brievenbus zie steken en mijn hart van vreugde opspringt in mijn schoot: het Aldi-foldertje is gearriveerd. Wat een blijdschap, wat een heerlijk moment.
Tot ik maandag, zoals ik altijd doe, een poging ging ondernemen om het foldertje uit de brievenbus te halen langs de gleuf, aangezien mijn lief het sleuteltje heeft.
Nog nooit problemen mee gehad, tot vorige maandag.
Ik kreeg zonder problemen mijn hand in de brievenbus en rond het foldertje, om vijf seconden later te beseffen dat ik mijn hand er niet meer uit kreeg. De enige verklaring die ik hiervoor kan bieden zijn mijn opgezwollen handen, die passen bij mijn opgezwollen voeten, die het gevolg zijn van de druk die mijn ventje uitoefent op mijn bloedvaten.
En daar stond ik.
Ik had twee opties: op dramatische wijze bevrijd worden door de brandweer, die uiteraard met sirenes naar Zingem centrum zou moeten snellen en de brievenbus van rond mijn hand zou moeten lassen.
Of ik kon gaan voor optie twee: de snok.
Ik heb dus, na enkele minuten zware twijfel, met al mijn macht mijn hand uit de brievenbus gesnokt, met succes, maar ook met enige verwondingen.
Het wordt lastiger en lastiger, dat zwanger zijn.
En ook gênanter.

Zeekoe

Iedereen wil er goed uitzien op zijn trouwdag, denk ik. Lijkt mij logisch.
De reden waarom wij ervoor gekozen hadden om onze trouw klein te houden is dat wij, na de geboorte van ons ventje, een gezinsverenigingsuitbreidingsfeest wilden organiseren.
Een leuk, gezellig feest met familie en vrienden om te vieren dat we getrouwd zijn en ons gezinnetje hebben uitgebreid met een baby.
Klinkt ideaal, toch?
Sowieso gingen we dat dan plannen in de zomer, want mooi weer is altijd leuker dan sneeuw of regen, en dat kwam mij vooral goed uit omdat ik dan een iets grotere kans had om mijn huwelijk te vieren in een degelijke outfit. Ik mag toch hopen dat ik na een aantal weken het grootste deel van de zwangerschapskilo’s zal kwijt gespeeld zijn.
Maar door alle bemoeienissen en veranderingen die er de laatste weken geweest zijn, zal er geen gezinsverenigingsuitbreidingsfeest plaatsvinden en is heel het trouwgebeuren over exact 28 dagen.
Mijn lief heeft een prachtig kostuum, ik zal er uitzien als een opgeblazen zeekoe. En mijn outfit zal de situatie niet verbeteren want het is blijkbaar verboden om er als zwangere vrouw feestelijk uit te zien (misschien omdat feesten geassocieerd worden met alcohol en men zo wil proberen om zwangere vrouwen te ontmoedigen om alcohol te drinken).
Welke vrouw, bij haar verstand, is zo dom om een trouw te plannen als ze 6 maand zwanger is?
Inderdaad, ik.
Ik kan wel huilen. Ik blijf maar proberen om een beter kleedje te vinden online, iets feestelijker. Ik blijf maar filmpjes bekijken op Youtube in de hoop te leren hoe ik mijn vreselijke puisten kan camoufleren met make-up. En wat als ik tegen dan enorm veel vocht begin op te houden en helemaal opzwel? En wat als mijn voeten niet meer in schoenen passen?
Ik moet misschien serieus overwegen om toch een koets in te huren, OM MIJN GIGANTISCHE KONT EN BIJHORENDE BORSTEN TE VERVOEREN.
Wat een idee.
Ik zie het al voor mij, mijn lief in zijn kostuum, en iedereen die ons ziet en zich afvraagt waar de bruid is. En dan de verbazing als ze beseffen dat die mooie jongen in zijn mooi kostuum met die zeekoe gaat trouwen.

Diabetes

Ik wil eigenlijk al heel lang iets schrijven over diabetes, maar weet eigenlijk niet goed hoe ik er moet aan beginnen. Het is op zich allemaal niet zo complex, maar toch heeft het zo een enorme invloed op hoe ik mijn zwangerschap beleef, op de gezondheid van ons bolletje, op mijn gezondheid, op de bevalling, op de eerste dagen na de bevalling.
Dus ik ga een poging wagen.
Diabetes wil eigenlijk zeggen dat mijn lichaam er niet in slaagt om suiker te transporteren van mijn bloed naar mijn cellen. Daar is namelijk insuline voor nodig en ik maak dat niet aan. Daarom spuit ik mijzelf insuline in, wanneer ik suiker eet of wanneer ik meet en zie dat er te veel suiker in mijn bloed zit. Het is een heel delicaat spelletje, zo eventjes een stukje van je systeem proberen over te nemen. Dat lukt natuurlijk niet altijd even goed. Wanneer ik teveel insuline geef, zakt mijn suiker en krijg ik een hypo, die ik moet opvangen door suiker te eten of te drinken. Wanneer ik te weinig insuline geef, stijgt het suikergehalte in mijn bloed te veel en dat kan op lange termijn heel schadelijk zijn.
Dat is de basis, daar komt nog eens bij dat het suikergehalte in mijn bloed ook beïnvloed wordt door ziekte, stress, vermoeidheid, beweging, warmte en natuurlijk ook zwangerschap. Want tijdens een zwangerschap komt er een hele soepketel vol hormonen vrij en die vinden het blijkbaar heel leuk om dat suikergehalte te beïnvloeden.
Op zich nog steeds een heel leefbare situatie, tot op het moment dat je zwanger wordt en de grote fout maakt om online te beginnen lezen over diabetes en zwangerschap. De risico’s die daar beschreven worden samen met de paniek die gezaaid werd door de artsen in het UZ die al enkele jaren mijn diabetes opvolgen zorgden ervoor dat ik de eerste weken van mijn zwangerschap doodsangsten heb uitgestaan.
Mijn suiker was namelijk heel goed geregeld, maar niet perfect. En tijdens de zwangerschap moet het perfect zijn. Toen ik de eerste keer mijn suiker omhoog zag schieten naar 300 mg/dl (heel hoog dus), was ik compleet in paniek. Ik heb direct een gigantische dosis insuline ingespoten, anderhalve liter water achterover gekapt en ben in een gloeiend heet bad gesprongen, zodat de insuline sneller zou opgenomen worden.
Weer een teen minder, zei ik grappend tegen mijn lief. Maar ondertussen voelde ik wel een gigantisch gewicht op mijn schouders, want het was mijn verantwoordelijkheid, ik moest mijn suiker goed geregeld hebben om een gezond kindje te krijgen en dat kindje was niet van mij alleen. Hij kon er gewoon maar naast staan en toekijken hoe mijn suikerwaarden alle kanten opvlogen.
Gelukkig wordt er in het UZ heel intense begeleiding voorzien. Een vroedvrouw die gespecialiseerd is in diabetes is constant bereikbaar, bekijkt per 3 dagen mijn waarden en stuurt bij indien nodig. Ik moet ook om de twee weken op controle en bij enige twijfel word ik zo voorgenomen op andere patiënten, ‘want de zwangeren gaan voor’.
Nu ik het eerste trimester door gesparteld heb, is er wat rust gekomen in mijn cijfers. De hormonen zijn meer in balans, ik ken mezelf terug weer een beetje sinds het begin van de zwangerschap en ik heb geleerd om de controle los te laten. Een hoog cijfer af en toe is onvermijdelijk en kan geen kwaad als ik direct insuline inspuit. Ik spuit dan nu ook ongeveer 10 keer per dag, maar dat stoort mij geen seconde.
Maar het stopt jammer genoeg niet bij de bevalling. Ons ventje is helemaal afhankelijk van mijn suiker- en insulinetoevoer en omdat die niet zo stabiel is (dat kan in mijn situatie ook niet), bestaat de kans dat zijn eerste levensuurtjes nogal moeilijk gaan zijn. Als mijn suiker tijdens de bevalling te veel schommelt, zullen ook zijn suikerwaarden de eerste 24 uur schommelen, met mogelijks heel diepe hypo’s. Daarom moet hij na de bevalling 24 uur op de Neonatologie doorbrengen, ter observatie. Daar zal zijn suiker om de twee uur gemeten worden. Zakt zijn suiker te veel, proberen we eerst met voeding om het weer op peil te krijgen. Lukt dat niet, dan moet hij een infuusje krijgen met glucose.
De bevalling zelf zal door mijn diabetes ook niet verlopen zoals ik het graag wil. Omdat er veel mensen moeten betrokken zijn bij de bevalling, niet enkel de gynaecoloog maar ook de diabeteseducator, kinderarts en endocrinoloog, wordt de bevalling gepland op een moment dat al deze mensen in het ziekenhuis aanwezig zijn. Gevolg: de bevalling moet ingeleid worden. De uitleg die daar ook nog aan gegeven wordt is dat kinderen van diabetische moeders vaak een hoger geboortegewicht hebben en daarom rond 38 weken al vrij zwaar wegen, maar dat is natuurlijk allemaal afhankelijk van hoe goed het suiker geregeld was tijdens de zwangerschap.
Bedenkingen? Uiteraard.
Zoals ik al eerder schreef heb ik het al enkele maanden moeilijk met het angstbewind dat heerst rond zwangerschappen. Diabetes verbetert de zaak er niet op. Ik was net zwanger toen de endocrinoloog een prachtige lijst met aandoeningen begon op te sommen waar ons kindje een verhoogd risico op zou lopen door mijn ‘minder goede suikerregeling’. Ik heb haar toen ook vlakaf gevraagd of ze aan het voorstellen was om een abortus te plannen. Zelfs al was mijn suiker niet fantastisch geregeld, ik was al zwanger, hij was er al, dus we konden maar een richting uit: vooruit.
Ik heb het ook heel moeilijk met het plannen van de bevalling. Ik kan het gevoel niet van me afschudden dat mijn bevalling ingeleid moet worden omdat de zorgverleners die van wacht zijn geen zin hebben om uit hun bed te kruipen, indien de baby beslist om ‘s nachts spontaan te komen. Nee, laten we de bevalling 2 weken te vroeg in gang steken, wanneer het ons past. Dat lijkt mij heel onnatuurlijk. Het lijkt mij nog onnatuurlijker om een kind vroeger te laten geboren worden dan de natuur het wil, als het een normaal of misschien zelfs te laag geboortegewicht zou hebben. Ik zou mij al veel beter voelen moest iemand zeggen dat er op 38 weken naar het gewicht wordt gekeken en op basis daarvan beslist wordt om al dan niet in te leiden. Weegt hij tegen dan tegen de 4 kilo, by all means, take him out! Maar wat als hij nog te klein is?
Ik beloof u dat ik, in alle rust en kalmte, zal weigeren om ingeleid te worden. Tenzij ze mij vastbinden en platspuiten.
Volgende bedenking: de eerste levensuren van onze zoon. Ik ben ervan overtuigd dat een geboorte enorm stresserend is voor een baby. Het ene moment lekker warm en knus en veilig in de buik, het volgende in een koude, lawaaierige ruimte met vreemde handen die je aanraken. Nee, het lijkt mij vreselijk. Ik denk dat het enige wat zo’n bolletje troost biedt op zo een moment de geur, de aanraking en de stem van zijn moeder is, dingen die voor hem vertrouwd aanvoelen. Alleen in een bedje liggen tussen kakelende verpleegkundigen en vroedvrouwen lijkt mij nog het meest stresserend van al.
Als blijkt dat zijn suiker na de geboorte te veel schommelt, mogen ze hem voor mijn part meenemen naar Zuid-Afrika. Blijft zijn suiker stabiel, dan zal ik weigeren om hem mee te geven en elke vroedvrouw die probeert om hem van mij af te pakken ninja-style te lijf gaan.
Suiker prikken duurt 10 seconden. Ik ben zelf kinderverpleegkundige en heb al minstens een miljoen keer mijn eigen suiker geprikt. Als het moet, doe ik het zelf. Zonder enig risico te nemen. Maar ik weet dat ik mij nog jaren ga frustreren als blijkt dat mijn kind 24 uur op de Neonatologie heeft doorgebracht zonder enige reden. Omdat er ‘iets zou kunnen misgaan’. Nee, bedankt.
Mijn visie op mijn ziekte is op een paar maand tijd veel veranderd. In het begin was ik enorm angstig, ik liep met een constant schuldgevoel. Elke afwijking in mijn waarden beschouwde ik als een aanslag op de gezondheid van mijn kind.
Ondertussen zie ik hem nog steeds groeien en weet ik dat ik niet moet panikeren, ook al doen veel mensen dat wel. Een zwangerschap is een risico op zich. Gezonde vrouwen krijgen soms ongezonde kinderen. Vrouwen met diabetes krijgen meestal gezonde kinderen.
Ik kan alleen mijn best doen. En hopen dat de mensen die mij moeten begeleiden tijdens de bevalling en de kraamperiode ook hun paniek opzij kunnen zetten, zodat wij met z’n drietjes ten volle kunnen genieten van elkaar.

I Do, I Do

Het is maar weer eens gebleken dat mijn lief en ik alles doen zoals het niet hoort. Nog geen maand uit elkaar met mijn vorig lief en die nieuwe was er al. Voor de eerste keer samen op reis na 3 maand en zwanger terugkomen, schande!
En nog niet eens een dag samengewoond.
Als kers op de taart ook nog eens nonchalant rondbazuinen dat we gaan trouwen, nog voor ik een deftig huwelijksaanzoek had gekregen. Gênant zeg.
Maar uiteindelijk valt alles toch maar weer eens op zijn plooi en vind ik het eigenlijk ontzettend leuk dat we de dingen niet volgens het boekje doen.
Ik ben namelijk sinds gisteren de trotse bezitter van een echte verlovingsring. En een huwelijksaanzoek. Met kaarsjes en champagne en verrassingen en lekker eten en een stuntelig maar o zo schattig aanzoek.
En kijk, zo zal het leven in schande over minder dan een maand ook ten einde lopen.
“Of all forms of caution, caution in love is perhaps the most fatal to true happiness.”  - Bertrand Russell, The Conquest Of Happiness.

Liefdesbrief

Dag lief bolletje,
Je hebt mij doen verschieten vandaag.
Ik zit gelukkig al weer in de zetel met jouw papa naast mij en ik voel je schoppen en alles is ok. Papa heeft de opdracht gekregen om heel de avond aan mijn lijf te plakken, de tickets voor de comedy avond mogen in de vuilbak.
Vandaag kwam ik thuis van het werk en merkte dat er iets mis was. Ik had plots nogal wat vocht verloren. Ik schoot direct in paniek, maar ik heb echt mijn best gedaan om rustig te blijven. Daar heb jij niet zo veel van gemerkt zeker?
Ik heb gebeld naar het verloskwartier maar daar namen ze niet op. Dus heb ik jouw oma opgebeld en verteld wat er gebeurde, en ze was plots ook ongerust. Ik heb je papa verwittigd en nog geen uurtje later stonden we weer bij die ambetante dokter met haar echo (en we waren gisteren nog maar geweest).
Alles was ok, je zag er zo mooi uit. Gisteren wilde je je gezichtje zelfs niet laten zien en vandaag zei de dokter dat je fotogeniek was. Ik grapte in de auto nog tegen je papa dat ik alles verzonnen had, dat ik eigenlijk nog eens naar jou wou kunnen kijken en deze keer een mooie echo wilde meekrijgen.
Maar mannetje, mijn hart klopte in mijn keel tot de dokter eindelijk zei dat alles goed was. Ik kon me niet bedwingen, ik dacht direct het ergste. Dat je nog maar 464 gram weegt en nog niet sterk genoeg bent om alleen te overleven. Maar je zit er nog, hoog en veilig en omringd door meer dan genoeg vruchtwater. Oef!
Lief bolletje, ik wil niet zomaar een babytje, ik wil jou! Ik voel jou schoppen en friemelen, en het is jouw hartje op de echo en geen enkel ander kindje zou nu nog goed genoeg zijn voor mij.
Want jij bent nu al het leukste en mooiste mannetje van de wereld en ik zou je voor niets nog willen ruilen.
Dus spreken we af dat we vanaf nu stoppen met mama zo te doen verschieten? En papa en oma? Want wij willen jou allemaal zo graag eens ontmoeten…
Ik ga nog een beetje naar jouw klein neusje staren.
Dag lief bolletje.

Prenatale Lessen

Het is een cliché zeker, naar de prenatale lessen gaan? Al bij het eerste bezoek aan de gynaecoloog werd mij een folder in de handen geduwd, prenatale lessen te volgen vanaf week 20.
Vijf lessen met verschillende onderwerpen; de zwangerschap, borstvoeding, arbeid, bevallen en kraamzorg. Mijn moeder noemt het ‘leren puffen’.
Op zich zag ik er geen graten in om eens wat meer uitleg te krijgen van een ervaren vroedvrouw over hoe ik moet bevallen. Het lijkt mij vanzelfsprekend wat er moet gebeuren, maar iemand die tips kan geven, daar wil ik altijd wel eventjes naar luisteren.
Idem met borstvoeding. Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om te stoppen met borstvoeding geven tot ik weer moet beginnen werken. Maar het moet natuurlijk wel lukken, en alle uitleg en begeleiding zijn daarom ook welkom.
De eerste les was dan ook een beetje een tegenvaller. Het begon in de turnzaal van het ziekenhuis, waar een kinesist ons leerde hoe we in en uit bed moeten geraken, hoe we moeten rechtstaan vanop de grond, hoe we onze onderrug kunnen sparen en gezwollen voeten kunnen tegengaan. David zal wel goed gelachen hebben toen hij ons allemaal op handen en knieën zag zitten terwijl we onze rug hol en bol maakten en tegelijk allemaal ons poep in de lucht staken.
Ons klein ventje vond het precies wel allemaal amusant want die schopte zich te pletter.
Het eerste deel van de les vond ik dus eigenlijk niet zo leerrijk. Een beetje met mijn enkels draaien om het bloed beter te laten circuleren, het lijkt mij vrij logisch. En eerlijk gezegd denk ik dat als je circulatie niet echt meer mee wil, je mag draaien met je voeten zoveel je wil, opzwellen zullen ze toch doen.
Het tweede deel van de les was eerder theoretisch. Wat gebeurt er allemaal in de zwangerschap en wat zijn vaak voorkomende kwaaltjes. Niets nieuws met andere woorden.
Dat we geïrriteerd, moe, opgezwollen, hongerig, humeurig zijn, dat we nachtmerries en dikke enkels hebben, dat we niet goed slapen, ik denk dat de meeste aanwezigen wel al door hadden wat de meest voorkomende ongemakken zijn.
De enkele mannen in ons midden mochten ook hun zegje doen, waarop een bijna recht sprong om te verkondigen dat zijn vrouw wel een ferm kort lontje heeft. Ik had hem eerlijk gezegd een mot verkocht.
Die van mij zei dat ik nogal veel pieker, hij heeft nogal gelijk…
En uiteraard kregen we nog maar eens de uitleg over wat we wel en niet mogen eten. Het toxoplasmose-listeriose-cytomegalie-salmonella-angstbewind, laten we het vanaf nu zo noemen.
Ik vraag me echt af wie van de aanwezige vrouwen net als mij dacht ‘daar gaan we weer, het angstbewind, laat ik doen alsof ik UITERAARD nog geen alcohol gedronken heb of gerookte zalm gegeten heb of een klein kind zijn snotneus afgekuist heb’. Ik ben alleszins stilletjes blijven zitten terwijl ik af en toe in David zijn hand kneep en enthousiast knikte als de vroedvrouw toevallig oogcontact maakte met mij.
Ik geef jullie nog graag de belangrijkste les mee die we geleerd hebben: een slechte tandhygiëne veroorzaakt miskramen en vroeggeboortes.
Zucht…

Opvoeden En Heropvoeden

Uitstelgedrag, het is mij onbekend.
Mijn kinderkamer staat al klaar sinds november, toen ik twee maand ver was. Heel veel commentaar is daarop gekomen, mensen die mij begonnen uit te lachen, anderen verklaarden mij gewoon gek.
Al maanden ben ik bezig met tweedehandssites van voor naar achter uit te kammen op zoek naar de beste koopjes. Een geboortelijst lijkt dan ook bijna overbodig omdat ik al zo veel verzameld heb, maar wat dacht u? De geboortelijst wordt morgen gelegd en ik weet al perfect wat er zal opstaan.
Ook het geboortekaartje is geregeld, zonder dat ik nog een seconde moest nadenken over de kleuren, het ontwerp, wat er allemaal wel en niet op moest.
Maar onderschat mij niet, ook de crèche, kindergeld, geboortepremies, ziekte- en hospitalisatieverzekeringen, prenatale lessen, infosessies, welke-grootouder-op-welke-dag-mag-oppassen, alles is geregeld.
En jawel, eergisteren ben ik begonnen aan de doopsuikers, want je weet nooit wat er gebeurt. Vroeggeboortes, platliggen, zo dingen.. In geen enkel geval zou ik de levensbelangrijke keuze van de doopsuiker overlaten aan mijn liefste echtgenoot-in-spe.
Hij mag dan wel zo lief zijn om te willen helpen met die ieniemienie strikjes te leggen, ik moet eerlijk toegeven dat ik achter zijn rug om elk strikje opnieuw gemaakt heb.
Controlefreak? Ik?
Maar van tijd tot tijd besluipt mij een onaangenaam gevoel. Dat ik graag alles onder controle heb weet ik al lang, maar ik weet ook maar al te goed dat sommige dingen niet te controleren vallen. Zeker niet als het op kinderen aankomt. En daardoor word ik met momenten lichtjes ongemakkelijk.
In mijn hoofd ziet het er allemaal perfect uit. Een droombevalling waarbij ik zonder problemen de pijn verbijt en er op vlotte en natuurlijke wijze een perfect gezonde baby uit krijg. Een perfecte baby die ik uiteraard vlotjes aan de borst kan aanleggen en die maanden aan een stuk zonder problemen borstvoeding verder krijgt. Krampjes, snotvallingen, huilbuien, slaapproblemen, daar blijven wij natuurlijk van gespaard.
Ik weet tot in detail hoe ik dit mannetje wil opvoeden, hoe ik op bepaalde situaties wil reageren. Ik zie andere mensen ‘fouten’ maken met hun kinderen en denk (heel stilletjes): dat kan ik toch wel beter, IK ga dat zo en zo en zo doen.
Want ik ben nu eenmaal die ene moeder ter wereld die alles onder controle heeft.
En dan is dat gevoel er weer.
Mijn zoontje zal ook woedeaanvallen krijgen. En huilen. En stout zijn. En uitdagen. En grenzen aftasten.
En ik ga ook plooien, als hij met zijn (perfecte) oogjes lief naar mij kijkt. Dan zal ik ook toegeven. Of als hij ligt te wenen in zijn bedje, ook al weet ik dat er niets mis is, dat hij gewoon gepakt wil worden. Dan zal mijn moederhart ook breken en zal ik hem bij mij pakken.
Mijn ventje heeft mij dus ook een lesje te leren: dat ik hem moet opvoeden spreekt voor zich, maar misschien zal zijn komst ervoor zorgen dat zijn mama zichzelf een beetje moet heropvoeden. Dat ik zal moeten leren om hem te laten zijn wie hij is. Om trouw te blijven aan mezelf maar ook om mezelf een beetje los te laten. Om te beseffen dat ik geboortelijsten en doopsuikers kan controleren tot ik erbij neerval, maar een ander mens (hoe klein ook), dat gaat al moeilijker.
En dat ik misschien zal moeten leren aanvaarden dat mijn opvoeding ook niet perfect zal zijn, dat ik ook foutjes zal maken en dat de dag zal komen dat er een of ander arrogant, zwanger jong ding naar mij zal kijken en zal denken: dat kan ik toch wel beter.