maandag 21 maart 2016

Nummer twee

"En? Wanneer komt nummer twee?
Er gaat toch wel nog eentje komen?
Het is zo leuk als ze niet veel schelen qua leeftijd.
Eentje is geentje, zeggen ze".

"Wacht nog maar een beetje.
Oei oei neen, het is nog veel te vroeg.
Alles gaat nu net beter. En de verhuis komt eraan.
Dat wordt wel heel druk, zo twee kleintjes kort na elkaar".

En zo moeit iedereen zich ongegeneerd met het aantal kinderen dat wij dienen te produceren, nog voor wij er zelf uit zijn.
Niel wordt zaterdag tien maand en blijkbaar is hij oud genoeg geworden voor een broertje of zusje (in embryovorm weliswaar).

Maar wij blijven eerlijk gezegd twijfelen.

Het is zo zwaar geweest. Een niet-ongecompliceerde zwangerschap en dito bevalling, een dijk van een depressie, een kleine huiler met reflux en koemelkeiwitallergie.
Gesukkel met melk, medicatie, borstvoeding en complicaties na de bevalling.
Maar ondanks dat alles hebben we al een tijdje rust. Al enkele maanden mogen we genieten van onze droombaby, we hebben onze draai gevonden en we voelen ons alledrie goed. En we zijn gezond.
We hebben een huis gekocht dat ideaal is voor ons drie, een vierde persoon in huis betekent de zolder ombouwen en daar hebben we eigenlijk geen budget voor.
En over budget gesproken, miljaar, dat ventje kost veel geld.
Dus waarom nu de rust verstoren? Waarom zouden we niet gewoon al onze aandacht aan Niel geven? En hem alle mogelijke kansen geven?
Waarom niet de dingen laten zoals ze zijn, nu het zo goed gaat?
Eén kindje betekent meer tijd, meer ruimte. Geen gekibbel en geruzie.
Gemakkelijker opvang vinden.
Voor mij betekent het je huis openzetten voor vriendjes en vriendinnetjes. Misschien een hechtere band. Een kind dat socialer, zelfstandiger en meer volwassen is, omdat het moet.
Het lijkt mij eerlijk gezegd perfect.

Maar het kriebelt ook. Ik voel dat ik fantaseer over welke namen goed bij Niel zouden passen. Ik ben jaloers op vrouwen met een mooie, zwangere buik. Niel wordt zo snel groot dat het eng wordt, hij is bijna geen babytje meer.
Was dat het dan?
Geen dikke buik meer? Geen schopjes? Geen klein minimensje om voor te zorgen?
Ik wil zo graag een tweede kans.

Een broertje of een zusje voor onze man, om mee te spelen en mee te vechten. Iemand om op te steunen en mee samen te spannen.
Misschien kunnen ze wel samen op een kamer. En als het een jongen zou zijn wordt er al veel geld uitgespaard aan kleertjes.
Of misschien komt er wel een meisje. Om mee te winkelen en te tetteren. Een meisje met kleedjes en vlechtjes, of een stoere madam die graag in bomen klimt.

We zijn er niet uit. David is bang dat hij een tweede kindje nooit zo graag zal zien als Niel. En ik ben bang dat ik het misschien liever zal zien, dan krimp ik in elkaar van schuldgevoel.
Ons verstand zegt hetzelfde: één gezond kindje is perfect.

Maar ons gevoel twijfelt nog...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten